De opening van de Corbulotunnel komt steeds dichterbij. De laatste voorbereidingen zijn daarom in volle gang. Bijvoorbeeld bij de Verkeerscentrale in Rhoon, van waaruit de tunnel bediend wordt, en bij de nood- en hulpdiensten. Zij moeten bij incidenten en calamiteiten precies weten wat zij moeten doen. Beide organisaties zijn daarom bezig met een uitgebreid OTO-traject: Opleiden, Trainen en Oefenen. Er doen maar liefst 1.200 medewerkers aan mee.

Senior Adviseur Crisisbeheersing Rogier coördineert en begeleidt vanuit de Veiligheidsregio Holland Midden het opleiden, trainen en oefenen traject. 

Operationeel Transitiemanager Bert coördineert en begeleidt de werkzaamheden die nodig zijn om de bediening van de Corbulotunnel (en de rest van de RijnlandRoute) op te nemen in de Verkeerscentrale Rhoon.

De Corbulotunnel is van de provincie Zuid-Holland, maar de bediening is uitbesteed aan de Verkeerscentrale Rhoon van Rijkswaterstaat (RWS). Die heeft er namelijk, in tegenstelling tot de provincie zelf, veel ervaring mee. In geval van incidenten en calamiteiten werkt de verkeerscentrale samen met Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM). Hieronder vallen de noodhulpdiensten, zoals politie, brandweer en ambulance. Bert ’t Hart van RWS en Rogier van Voorden van VRHM vertellen hoe hun organisaties zich hierop voorbereiden.

Waaruit bestaat het traject van Opleiden, Trainen en Oefenen?

Bert: “Wij gebruiken een digitaal trainingssysteem. Daarin is de tunnel opgenomen. Onze medewerkers kunnen daarin virtueel oefenen met virtuele beelden. Het gaat daarbij om verschillende scenario’s, zoals brand, een aanrijding of een pechgeval. Een deel daarvan is algemeen, omdat wij veel tunnels beheren. Maar er is ook een deel dat speciaal gericht is op de Corbulotunnel; daarvoor leiden wij alle ongeveer 70 verkeersleiders en alle ongeveer 125 weginspecteurs op. Zij leggen ook oriëntatiebezoeken af in de tunnel, zodat ze weten waarover ze praten. Vier trainers begeleiden dit OTO-traject. Zij zijn op hun beurt opgeleid door Comol5, de aannemer van de tunnel.”

Rogier: “Dit is de eerste tunnel binnen onze regio, dus wij hebben een uitgebreid OTO-plan. Om te beginnen krijgen alle hulpdiensten een e-learning. Die verschilt per dienst. De brandweer heeft de meeste kennis nodig, omdat zij als enige de tunnel ingaan als de situatie nog niet veilig is. Dan is er ook nog een verschil in soort medewerkers. De operationele eenheden, dat zijn de brandweerlieden op de brandweerwagens, moeten bijvoorbeeld praktische dingen weten zoals waar en hoe ze de brandslang kunnen aankoppelen in de tunnel. Officieren, die in aparte auto’s rijden, moeten vooral zaken met andere hulpdiensten afstemmen. Zij moeten bijvoorbeeld weten welke burgemeesters gebeld moeten worden, waar eventuele opvang van mensen plaats vindt, enzovoort. Behalve de e-learning leggen we ook oriëntatiebezoeken af. Daar nodigen we mensen van RWS bij uit, zodat onze medewerkers weten wat hun rol is en welke vragen zij aan hen kunnen stellen. Tot slot is er ook bij ons een digitaal trainingssysteem. Daarin kunnen de hulpdiensten verschillende scenario’s oefenen. In totaal leiden wij in dit OTO-traject ongeveer 1.000 medewerkers op.”

Is het extra spannend voor de veiligheidsregio, voor het eerst een wegtunnel erbij in het gebied?

Rogier: “Dat moet je niet specialer maken dat het is. We hebben allerlei risico-objecten in onze regio waarop we goed voorbereid zijn, zoals de HSL-spoortunnel. Nu worden we geacht om ook de Corbulotunnel en de verdiepte ligging mee te nemen, en dat doen we. We zijn er al bij betrokken sinds de vergunningverlening. Ook zijn we al jaren in gesprek met de betrokken partijen om de risico’s in te schatten en om te bepalen hoe wij daar met elkaar op de goede manier mee omgaan.”

Verschilt de Corbulotunnel binnen deze context van andere tunnels?

Bert: “Voor ons is het grootste verschil dat het niet alleen om een tunnel gaat, maar ook om een verdiepte ligging. En de Corbulotunnel heeft niet één, maar twee sets afsluitbomen. Dat is dan iets waar we speciaal op trainen.”

Hoe verloopt de samenwerking tussen RWS en VRHM bij incidenten of calamiteiten?

Bert: “Als wij in de verkeerscentrale een geval van nood waarnemen, drukt de wegverkeersleider op de calamiteitenknop. Daarmee wordt de tunnel afgesloten. Vervolgens wordt direct contact opgenomen met de gemeenschappelijke meldkamer om de hulpdiensten aan te sturen.”

Rogier: “Het kan ook zo zijn dat wij de eerste melding binnen krijgen, bijvoorbeeld van een weggebruiker. In dat geval leggen wij ook contact met de verkeerscentrale.”

De Corbulotunnel is uitgerust met een grote hoeveelheid technische installaties, die ook een rol spelen bij incidenten en calamiteiten. In hoeverre is het nog mensenwerk?

Rogier: “De installaties en systemen sluiten de tunnel af. Maar daarna informeren mensen van de betrokken partijen elkaar en gaan de mensen van de hulpdiensten aan het werk om de calamiteit te bestrijden. Dus dat deel is allemaal mensenwerk. De tunnelinstallaties spelen wel een belangrijke rol. Denk aan de speciale verlichting die aangaat, de ventilatie die de rook de tunnel uitblaast en de berichten die worden omgeroepen voor weggebruikers. Maar uiteraard blijven de hulpdiensten nodig om hen uit een eventuele beknelling te halen, op te vangen en in veiligheid te brengen.”

Op 5 juli gaat de Corbulotunnel open voor het verkeer. Zijn jullie er klaar voor?

Bert: “Zeker weten. Op 23 mei vindt nog een grote eindoefening plaats, met alle betrokken partijen. Maar wij hebben al heel veel tests uitgevoerd. Zo zijn afgelopen februari alle systemen vanuit de Verkeerscentrale Rhoon getest, in samenwerking met de collega’s van de hulpdiensten. Dat ging allemaal goed. De communicatiekanalen werken, de beelden komen door, de afspraken kloppen.”

Rogier: “De goed opgeleide organisaties van ons en van RWS zorgen ervoor dat we voorbereid zijn op alle mogelijke situaties. Op 23 mei pakken we serieus uit, met figuranten als slachtoffers, autowrakken, rook en gesimuleerd vuur. Die eindoefening vormt het sluitstuk van onze OTO-trajecten. We zullen dan met elkaar aantonen dat we helemaal klaar zijn voor de openstelling van de Corbulotunnel.”