In de uiterste noordhoek van de Oostvlietpolder, tussen Vlietweg en Europaweg, is begonnen met de aanplant van het ‘Dierenvoedselbos’. Dit bos is compensatie voor de bomenkap elders in Leiden, voornamelijk rond de A44. Dit is echter niet zomaar een bos. De bomen en struiken gaan dienen als geleiding naar de nieuwe faunapassage die onder de Europaweg gerealiseerd gaat worden.

Deze faunapassage is vooral bedoeld voor kleine marters – de hermelijn, wezel en bunzing – maar ook andere kleine landdieren kunnen de faunabuis onder de weg gebruiken. Door de dekking van struikgewas en bomen kunnen deze dieren veilig van het bosje in de bocht van de Europaweg naar de beplanting in en langs de achtertuinen van de Vlietweg. Zo hoeven ze niet door het open weiland, waar ze zich minder veilig voelen. Daarnaast dient het bos natuurlijk ook, zoals de naam al suggereert, als voedselbron en als nestgelegenheid. De bomen – zoals walnoot, tamme kastanje, wintereik, hazelaar, lijsterbes en veel wilde fruitbomen – produceren volop noten, eikeltjes, fruit en bessen. Net als de struiken die aangeplant worden zijn ze geselecteerd op hun bijdrage aan het voedselaanbod. Het dierenvoedselbos is, zoals de naam al aangeeft, alleen toegankelijk voor dieren.

Initiatief van bewoners

De vraag of op dit perceel van Gemeente Leiden een dierenvoedselbos kon komen, was een initiatief van Charlotte Lemmens-Icke, gesteund door meer bewoners en perceeleigenaren in de buurt. Zij heeft ook het initiatief genomen om langs het bos een natuurvriendelijke oever te laten aanleggen met subsidie van het Hoogheemraadschap Rijnland. Een groeiend aantal buurtbewoners heeft zich al aangemeld om te helpen met beheer en onderhoud. Ze leggen ook een ringslangenkuil aan, een keverband en een plek voor graafbijen. Daarnaast is zij in gesprek met prof. Menno Schilthuizen om de ontwikkeling van de biodiversiteit te laten volgen. Andere bewoners dragen bij aan de totstandkoming van het bos door toegang te verlenen door hun eigen tuin, voor al het materiaal en planten die naar het terrein gebracht moeten worden.

Ook voor vleermuizen en roofvogels

Het dierenvoedselbos is bedoeld voor allerlei kleine zoogdieren, vogels en insecten, maar richt zich ook op soorten die hier voorkomen en beschermd zijn. Voor vleermuizen worden aan de windluwe kant van de bosstrook extra hoge bomen aangeplant. In combinatie met de natuurvriendelijke oever ontstaat zo een nieuw foerageergebied voor de kleine, nachtelijke luchtacrobaten. Het bosje in de bocht van de Europaweg moet vanwege de verbreding deels gekapt worden. Het is echter een plek waar een buizerdpaar graag het nest bouwt. Voor deze vogels wordt een deel van het nieuwe bos ingericht met hoge, snelgroeiende boomsoorten. Het lijkt tegenstrijdig om ook roofvogels te helpen, omdat deze een bedreiging zijn voor de andere kleine dieren, maar ook deze dieren zijn beschermd en verdienen een plekje in de Oostvlietpolder.