Wist je dat de eerste ideeën voor de RijnlandRoute al meer dan 85 jaar oud zijn? We nemen je mee op reis door de tijd. Een reis waarin er is ontworpen, gepraat, gebouwd en afgebroken is.​ In 1938 maakt Rijkswaterstaat alweer het derde Rijkswegenplan van Nederland op. Voor het eerst verschijnt ook een toekomstige oost-westverbinding bij Leiden op de kaart: Rijksweg 4b. ​Deze nieuwe verbinding heet dan nog Rijksweg 4b en moet Rijksweg 4 (nu de A44) met de Rijksweg 4a (nu de A4) gaan verbinden.​

Nederland zonder auto’s kunnen we ons nu lastig voorstellen. Maar aan het begin van de 20e eeuw zijn er maar heel weinig mensen een eigen auto. In 1930 heeft maar 5% van de huishoudens een eigen auto! Rondom Leiden maken mensen vooral gebruik van trams om naar steden als Haarlem, Den Haag en het nabijgelegen Katwijk te reizen. Het begrip autosnelwegen is al helemaal niet bekend in Nederland.

De populaire blauwe tram (hier te zien in de Breestraat in Leiden) rijdt van 1924 en 1961 tussen Leiden en Scheveningen (© Nationaal Archief | Harry Pot)

Wist je dat de eerste ideeën voor de RijnlandRoute al meer dan 85 jaar oud zijn? In 1938 stelt Rijkswaterstaat alweer het derde Rijkswegenplan vast waarop duidelijk wordt hoe het Nederlandse weggennet er in de toekomst uit moet gaan zien. De RijnlandRoute heet dan nog Rijksweg 4b en moet Rijksweg 4 (nu de A44) met Rijksweg 4a (nu de A4) gaan verbinden.

Rijksweg 4b op het Rijkswegenplan van 1938 (links) en duidelijker te zien op het Rijkswegenplan van 1958 (rechts) (© Rijkswaterstaat)

Rijkswaterstaat gaat in de jaren 30 aan de slag met de bouw van de eerste Rijkswegen. In 1939 wordt Rijksweg 4 (nu de A44) tussen knooppunt Burgerveen en Oegstgeest afgerond. Het Haagsche Schouw (nu vooral bekend als hotel) vormt in die tijd een belangrijk keuzepunt voor reizigers tussen Den Haag, Leiden, Haarlem en Katwijk.

Koffiehuis Het Haagsche Schouw eind 19e eeuw (ansichtkaart © Dr. Trenkler & Co, Leipzig)

Rijksweg 4 (nu A44) bij Oegstgeest in aanbouw in 1935. Op de foto wordt de zogenaamde ‘paklaag’, oftewel de funderingslaag, aangebracht. (© Rijkswaterstaat)

Er wordt ook voortvarend doorgepakt met Rijksweg 4b en Rijksweg 4a. Vlakbij Het Haagsche Schouw wordt voor de kruising met een tramlijn alvast een compleet viaduct en ook delen voor andere viaducten gebouwd. Maar dan breekt de tweede wereldoorlog uit en komen veel wegenbouwprojecten tot stilstand, waaronder ook de aanleg van Rijksweg 4b.

De gele tram rijdt nabij de Haagsche Schouw tussen de gedeeltelijk gebouwde viaducten voor Rijksweg 4b (RijnlandRoute) door (© Gerard van der Swaluwe I Eduard Bouwman)

Op deze landkaart van rond 1950 is goed te zien hoe het tracé van Rijksweg 4b (paars) bedacht was in de buurt van de Haagsche Schouw. De locaties van het gebouwde viaduct is omcirkeld (© Topotijdreis)

Na de oorlog staat alles in het teken van de wederopbouw. Veel wegenbouwplannen worden in de ijskast gezet, waaronder ook Rijksweg 4b. In Leiden groeit het aantal inwoners explosief en is er behoefte om nieuwe woonwijken aan te leggen. Het tracé voor Rijksweg 4b lag precies op de plek waar Leiden deze woningen wilde bouwen. Daarom besluiten Rijkswaterstaat en Leiden in 1953 dat de weg meer zuidelijk in de Stevenshofjespolder zou komen te liggen. De gemeente Leiden neemt de betaalt voor de al gebouwde viaducten voor haar rekening, maar die worden nog niet allemaal gesloopt. Eén van de viaducten krijgt een aantal jaren later een mooie herbestemming….

Het afgebouwde viaduct wordt in 1975 omgebouwd tot kantine door voetbalclub R.K.S.V. DoCoS en is nog steeds in gebruik.

Rijkswaterstaat pakt wel door met de bouw van wegen rondom Leiden. In 1954 wordt het deel van Rijksweg 4 (nu A44) tussen de Haagsche Schouw en Wassenaar aangelegd. En tussen 1955 en 1961 wordt ook in meerdere fases Rijksweg 4a (nu A4) afgerond. De gemeente Leiden is ondertussen druk met de ontwikkeling van nieuwe woonwijken. In het structuurplan voor de Leidse Agglomeratie van 1958 is duidelijk te zien waar deze nieuwe woonwijken moeten komen. In het plan is ook Rijksweg 4b (RijnlandRoute) al een stuk verder uitgewerkt. Goed te zien is dat er ondertussen ook nieuwe wegenbouwplannen bij waren gekomen, waaronder de Forensenweg tussen Leiden en Den Haag, die later bekend zou worden als de Leidsebaan.

Het structuurplan voor de Leidse Agglomeratie uit 1958 met daarop Rijksweg 4 (oranje), Rijksweg 4b (rood), Rijksweg 4a (blauw) en de Leidsebaan (paars). De lichtgrijze vlakken zijn de geplande nieuwe woonwijken rondom Leiden. (© Gemeente Leiden)

In de jaren 60 studeerden zowel Rijkswaterstaat als de provincie Zuid-Holland op de inmiddels noodzakelijk geworden oostwestverbinding bij Leiden. Daarin werd ook verder gekeken naar de overbelaste Rijksweg 11 bij de Oude Rijndijk. Er werden drie varianten onderzocht. Eén variant lag aan de noordkant van Leiden. Een tweede variant liep langs de spoorlijn van Leiden naar Alphen aan de Rijn. De derde variant lag meer zuidelijk en sloot aan op de plannen voor Rijksweg 4b, dat onder andere door deze studie inmiddels omgedoopt was tot Rijksweg 11-west / A11. Uiteindelijk kiest het Rijk voor het tweede tracé langs het spoor. Helaas sloot deze variant niet aan op Rijksweg 11-west en dus werd er gestopt met het verder studeren naar deze verbinding.

Een kaart met daarop de drie varianten voor de nieuwe Rijksweg 11. Uiteindelijk wordt gekozen voor tracé B (oranje). Het tracé van Rijksweg 4b (omgedoopt tot Rijksweg 11-West) is te zien in het rood.

Terwijl er nog veel gesteggeld werd over de oostwestverbindingen, legde Rijkswaterstaat eind jaren 60 het laatste deel van de A44 naar Wassenaar aan. Toch was de regio niet tevreden over de verbindingen tussen Leiden en de Hofstad. Daarom kwam het plan voor de Leidsebaan langs het spoor tussen Leiden en Den Haag weer op tafel. Den Haag ronde de Utrechtse Baan in 1976 af en er werd ook voortvarend gestart met de bouw van verschillende onderdelen van de Leidsebaan, waaronder een viaduct over de Papelaan (nu de N448) en er kwam ook een soort knooppunt in de Haagweg.

In 1972 waren er echter felle protesten tegen de Leidsebaan vanwege aantasting van het groen. Daarom werd besloten de gemeente Leiden en de Provincie Zuid-Holland begin jaren 70 om te stoppen met de aanleg van werd het viaduct bij de Papelaan in 1987 weer gesloopt. Het knooppunt in de Haagweg ligt er nog wel altijd.

Leiden is ondertussen in 1982 gestart met de aanleg van de woonwijk Stevenshof en ook Voorschoten start met de realisatie van de woonwijk Noord-Hofland.

Protest tegen de aanleg van de Leidsebaan

Bewoners en andere belanghebbenden protesteren tegen de aanleg van de Leidsebaan (© Gemeentearchief Wassenaar | Jan Stegeman)

Hoewel de N11-West nog altijd in de ijskast zit gaat de provincie in de jaren 80 wel aan de slag met de aanleg van een provinciale weg tussen Leiden en Katwijk (nu de N206 ir. G. Tjalmaweg). Ook het Lammenschansplein bij Leiden wordt volledig gerenoveerd om zo de oostwestverbinding door Leiden heen te verbeteren. Maar de bereikbaarheid van de regio staat nog steeds onder zware druk. Daarom wordt er in 1999 besloten om de ‘Verkenning Rijn Gouwe West’ te starten. De conclusie is dat de N11-West (RijnlandRoute) een goede oplossing zou zijn voor de problemen, maar de minister van Verkeer en Waterstaat geeft geen prioriteit aan de verbinding. De provincie Zuid-Holland en de regio gaan daarom zelf aan de slag met de verbinding.

Luchtfoto reconstructie Lammenschansplein jaren 80

De reconstructie van het Lammenschansplein werd door de provincie Zuid-Holland in de tweede helft van de jaren 80 afgerond (© Historische Vereniging Oud Leiden | Jan Holvast)

In 2002 wordt er verder gestudeerd aan bereikbaarheid in de regio Holland-Rijnland. De conclusies zijn dat er verder gestudeerd moet worden aan een verbinding tussen de A4 en A44, maar er moet ook gekeken worden naar openbaar vervoer. Besloten wordt om ook te gaan kijken naar een lightrailverbinding tussen Gouda en de kust onder de naam RijnGouwelijn.

In 2003 is het dan eindelijk zover. De provincie besluit om een verkenning te starten naar de verbinding tussen de A4 en A44, maar ook naar het verbreden van de N206 tussen Katwijk en Leiden. Als in 2004 de verkenning start krijgt de verbinding ook voor het eerst de naam RijnlandRoute.

Advertentie RijnlandRoute Leidsch Dagblad

Een advertentie in het Leidsch Dagblad voor de eerste informatiemarkt voor de RijnlandRoute op 9 juni 2004

De provincie onderzoekt samen met de regio veel verschillende tracévarianten voor de RijnlandRoute. Voor de verbinding tussen de A4 en A44 wordt naast de route ten zuiden van Leiden ook gekeken naar routes die dwars door Leiden heen gaan en er wordt zelfs ook gekeken naar een tunnel die bijna volledig onder de Oude Rijn door loopt.

Eind 2007 is er slecht nieuws voor de RijnGouwelijn. 69% procent van de Leidenaren stemt tegen een tram door de binnenstad. Hoewel het Rijk in 2009 nog eens vele miljoenen extra toezegt voor de RijnGouwelijn, valt in 2011 definitief het doek als de provincie besluit om het project te staken.

Kaart met daarop drie varianten voor de RijnlandRoute in de verkenningsfase, waaronder een tunnelvariant onder de Oude Rijn.

De verkenning van de RijnlandRoute is de volgende fase aangekomen. Er wordt gestart met de eerste fase van een milieueffectrapportage (MER). Een aantal varianten uit de vorige fase vallen af, maar er komen ook nieuwe varianten bij. Zo wordt er ook gekeken naar een tunnelvariant die de spoorlijn van Leiden naar Alphen aan de Rijn volg en aansluit op de N11.

Op initiatief van het Rijk, de provincie en de regiopartners wordt er tegelijkertijd ook een extra onderzoek uitgevoerd naar de bereikbaarheid in de regio. Uit deze ‘Integrale Benadering Holland Rijnland’, komt een nieuwe zuidelijke variant voor de RijnlandRoute naar voren. Deze variant wordt Zoeken naar Balans genoemd. Belangrijkste nieuwigheid in deze variant is een tunnel onder de Vliet en Voorschoterweg bij Voorschoten. Daardoor vervalt wel de directe aansluiting vanuit Voorschoten op de RijnlandRoute.

Impressie DODO

In eerste instantie was het idee om de Vliet en Voorschoten te passeren met een verdiepte ligging en ongelijkvloerse kruisingen. Dit werd destijds de DODO-variant (Dicht-Open-Dicht-Open) genoemd. Doordat er uiteindelijk voor een tunnel gekozen wordt vervalt de aansluiting op de Voorschoterweg.

Bij de start van de tweede fase van de MER worden er opnieuw een aantal varianten toegevoegd aan de studie. Er komen versoberde versies van de zuidelijke variant ‘Zoeken naar Balans’. Bijzonderder is de toevoeging van een variant die volledig bedacht en uitgewerkt is door een burgerinitiatief. Het team Churchill Avenue komt met het plan voor een tunnel die dwars door Leiden onder de bestaande Churchilllaan en de Dr. Lelylaan doorloopt.

In 2011 wordt het budget van de Rijnlandroute flink verhoogd. Het rijk stelt nog eens 100 miljoen ter beschikking. De Rijngouwelijn wordt afgewaardeerd tot busbaan en het vrijkomende geld wordt in de RijnlandRoute gestopt. Er is nu ruim 770 miljoen euro beschikbaar voor de nieuwe verbinding. Met dit geld kan de variant ‘Zoeken naar Balans’ verder worden opgewaardeerd.

Een impressie van de tunnel onder de Churchilllaan in Leiden (© Team Churchill Avenue)

In 2012 besluit de provincie Zuid-Holland dat Zoeken naar Balans Optimaal de voorkeursvariant is. De variant wordt ‘optimaal’ genoemd, omdat er door het extra geld extra’s aan het oorspronkelijke tracé zijn toegevoegd. Zo wordt er een halfverdiepte ligging bij de Stevenshof en een verlenging van de tunnel bij Voorschoten toegevoegd.

De keuze van de provincie kan niet bij iedereen op goedkeuring rekenen. Voorstanders van de Churchill Avenue laten zich horen. En gemeentes en provinciale staten vragen de provincie met moties om meer aandacht te besteden aan de inpassing van de RijnlandRoute. Er ontstaat ook een nieuw burgerinitiatief dat strijdt voor een langere en geboorde tunnel onder Voorschoten door.

Eind 2012 doen de provincie en Voorschoten een onderzoek naar de mogelijkheden voor een boortunnel. Daaruit blijkt dat een boortunnel van de Oostvlietpolder bij de A4 tot na de spoorlijn Leiden – Den Haag mogelijk is. Er zijn wel meerkosten die de gemeente Voorschoten voor haar rekening neemt.

Het besluit om de RijnlandRoute met een geboorde tunnel onder Voorschoten door te laten lopen werd alweer 11 jaar geleden genomen (© Provincie Zuid-Holland \ Vincent Basler)

In 2013 heeft de provincie het onderzoek naar de extra inpassingswensen vanuit de gemeentes en de omgeving afgerond. Naast een boortunnel onder Voorschoten wordt ook besloten om de halfverdiepte ligging bij de Stevenshof volledig verdiept aan te leggen. Ook wordt de verbinding met recreatiegebied Vlietland hersteld.

Ook wordt besloten om de beweegbare bruggen over de Oude Rijn (brug in de A44 en de Torenvlietbrug) vast te maken, omdat deze nauwelijks opengaan voor schepen.

Ook krijgt de verbinding tussen de A4 en de A44 eindelijk een eigen wegnummer. Nadat de weg door het leven is gegaan als Rijksweg 4b en N11-west wordt uiteindelijk gekozen voor het meest passende nog niet gebruikte wegnummer N434 . Omdat het een provinciale weg wordt kan er niet gekozen worden voor een tweecijferig wegnummer van Rijkswaterstaat. En het doornummeren van de N206 blijkt ook niet mogelijk. Er wordt nog heel even gesproken om de weg toch nog de N34 te noemen, maar de planologische procedures zijn dan al zover dat gekozen wordt om de N434 aan te houden.

De N434 was één van de weinige passende nummers die de provincie Zuid-Holland nog beschikbaar had voor deze wegverbinding.

Voor de RijnlandRoute is de laatste fase voor realisatie aangebroken. Er moet voor de provinciale delen een inpassingsplan worden opgesteld en voor de Rijkswegen een tracébesluit. In 2014 worden de concepten ter inzage gelegd. Er blijkt nog veel onvrede in de omgeving te zijn, want er komen 238 zienswijzen op het inpassingsplan binnen en nog eens 83 op de tracébesluiten.

Als in 2015 het definitieve inpassingsplan en de tracébesluiten ter inzage worden gelegd besluiten 44 partijen bezwaar te maken bij de Raad van State. Van 42 partijen wordt het bezwaar afgewezen. Voor 2 andere partijen moet het inpassingsplan worden aangepast, waarna het definitieve plan in 2016 wordt vastgesteld. In 2017 krijgt aannemerscombinatie Comol5 de opdracht voor de aanleg van de N434 met boortunnel gegund. Bijna 80 jaar nadat de eerste contouren van de RijnlandRoute in een Rijkswegenplan verschenen kan er eindelijk gestart worden met de aanleg.

Bijna 80 jaar na de eerste plannen voor de RijnlandRoute gaat de aanleg in 2017 eindelijk van start!

Sinds 2016 is het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) van de RijnlandRoute onherroepelijk. Door wijzigingen in het ontwerp van het N206 Europaweg en het Lammenschansplein moest het PIP voor dit projectdeel op een aantal punten worden aangepast. Dit werd vastgelegd in een partiële herziening van het PIP. In deze toelichting staat meer informatie over de ontwerpwijzigingen. Provinciale Staten van Zuid-Holland stelden in 2022 de partiële herziening van het provinciaal inpassingsplan (PIP) RijnlandRoute vast. Hierna werd er, bij de Raad van State, een beroep ingediend op het plan

In juli 2024 wees de Raad van State het beroep op de partiele herziening van het inpassingsplan RijnlandRoute af. Hiermee werd het provinciaal inpassingsplan voor de N206 Europaweg onherroepelijk en konden de werkzaamheden beginnen.