In de afgelopen periode vonden er veel testen van de tunneltechnische installaties plaats. Een aantal waren te horen en te zien. Maar er zijn ook testen uitgevoerd die bovengronds minder merkbaar waren. Wat is er in de afgelopen weken zoal getest?

Bij een calamiteit in de tunnel, bijvoorbeeld bij een brand, is het belangrijk dat alle installaties goed werken. De ventilatoren moeten bijvoorbeeld voldoende capaciteit hebben om de rook weg te blazen en de vluchtroutes moeten veilig zijn.

Tunnelventilatietest

In de laatste 800 meter van iedere tunnelbuis hangen 14 ventilatoren. Bij brand blazen de ventilatoren de rook de tunnel uit, weg van de stilstaande auto’s voor de brand. In de andere, veilige tunnelbuis wordt de lucht dezelfde kant op geblazen om ervoor te zorgen de rook niet buitenlangs de tunnel weer in kan komen.

Bij de testen van de ventilatoren is de luchtopbrengst bij verschillende snelheden gemeten. Daarvoor vond eerst een nulmeting plaats, waarbij is gemeten hoeveel natuurlijke trek er in de tunnel is zonder dat de ventilatoren aan staan. Daarna zijn de ventilatoren aangezet. Een meetraster met anemometers mat welke luchtsnelheden gehaald kunnen worden. Bij een calamiteit gaan de ventilatoren in die buis op volle kracht aan. In de ondersteunende, dus veilige buis gaan de ventilatoren op halve kracht aan. Het is afhankelijk van de omstandigheden hoe hard je een ventilator laat blazen. De ventilatoren maken natuurlijk geluid als ze aan gaan. In de ventilatoren zelf zit geluiddempend materiaal. Er zijn ook geluidsmetingen gedaan, om te meten of het geluid niet boven de normen komt.

Overdruk

Als er veel rook in de tunnel is, dan wil je niet dat die rook samen met de vluchtende mensen in de dwarsverbinding terecht komt. Daarom wordt er gezorgd voor overdruk in de dwarsverbinding. Overdruk zorgt er voor dat de luchtdruk in de dwarsverbinding net iets hoger is dan in de tunnel. Daardoor zal er geen rook uit de tunnel in de dwarsverbinding komen. Bij de testen is eerst de luchtsnelheid bij de ingang van de verbinding gemeten met een anemometer, daarna waren er testen met rookmachine. In het filmpje hieronder kan je zien dat de rook inderdaad niet de ruimte in komt, maar door de overdruk wordt teruggeblazen.

Vluchtdeuren

Elke 250 meter in de tunnel zit een dwarsverbinding met vluchtdeuren – in totaal 10 stuks – waardoor je kunt vluchten, mocht dat noodzakelijk zijn. Via de vluchtdeur kom je in de dwarsverbinding. Daar moet je misschien even wachten tot je de vluchtdeur aan de andere kant kunt openen. Als je die deur opent, kom je in de andere tunnelbuis. Natuurlijk moet daar eerst al het verkeer uit zijn, anders ben je daar niet veilig. Daarom zit op elke vluchtdeur een aparte vergrendeling met een tijdslot. De vluchtdeuren zijn vergrendeld met een magneetsluiting. We hebben getest hoeveel kracht er nodig is om de deur te openen. En we hebben ook getest hoeveel kracht er nodig is om vergrendelde deur dicht te houden als deze nog niet is vrijgegeven. We hebben uitgerekend wanneer de laatste auto voorbij elke deur is, en op dat moment wordt die deur ontgrendeld. Dat duurt, afhankelijk van waar je bent in de tunnel, maximaal 3½ minuut. Dan stap je in de veilige tunnelbuis.