Hij is lid van het tunnelteam dat de tunnel onder Voorschoten en de Vliet door boort, maar voert vooral overleg met de vele andere teams die betrokken zijn bij de RijnlandRoute. Even voorstellen: Raphaël Lassaux (25), een Belg uit Wallonië die behalve Frans ook Nederlands en Engels spreekt. Geen overbodige luxe binnen een project dat zestien nationaliteiten telt.

Tijdens zijn technische studie op de Université Catholique de Louvain kreeg Raphaël er les over. Nu kan hij, inmiddels afgestudeerd als civiel ingenieur, dagelijks zien hoe een tunnelboormachine in de praktijk werkt.

“Dat is één van de aspecten die dit project voor mij bijzonder maakt. Ik vond het tijdens mijn studie al interessant om te zien hoe een tunnelboormachine werkt. En het is niet zomaar een apparaat, hè. ‘Gaia’ is ruim honderd meter lang en heeft een doorsnede van bijna elf meter. De techniek erachter is complex en geavanceerd. Maar wat de tunnelboor doet, is in één regel uit te leggen: ze graaft de grond weg en plaatst meteen ook de ringen. Ze boort de tunnel, maar máákt hem dus ook.”

Waar bestaat jouw werk uit?

“Ik zit in het tunnelteam en voer overleg met de andere teams van het project, zoals het grondwerkteam en het team A44. Mijn taak is om ervoor te zorgen dat de werkzaamheden van de verschillende teams goed op elkaar worden afgestemd. We brengen in kaart waar de activiteiten elkaar raken en lossen mogelijke problemen van tevoren met elkaar op. Op die manier zitten we elkaar niet in de weg en kunnen we ons werk optimaal doen.”

Wat zijn de taken van het tunnelteam?

“We hebben eerst het voorbereidende werk gedaan: de BSI gebouwd (de bentonietscheidingsinstallatie, waar de bentoniet van de afgegraven grond gescheiden wordt waarna de bentoniet hergebruikt en de grond afgevoerd wordt ‑red.), de kabels en de pijpleidingen gelegd en de schacht gereed gemaakt. Nu zitten we in de uitvoering: graven en ringen plaatsen. Als de eerste tunnelbuis straks klaar is, ontmantelen we de tunnelboormachine en brengen we alles weer terug naar het startpunt. Dan boren en bouwen we de tweede buis. Als dat gedaan is, leggen we de dwarsverbindingen aan tussen de twee tunnelbuizen. Dat gaan we doen met een bijzondere techniek, waarbij we de grond bevriezen.”

Jullie zijn op 5 augustus begonnen met boren. Hoe was dat?

“In het begin zijn er altijd uitdagingen. Die moet je zien op te lossen, maar dat kost wat tijd. We zijn nu drie weken verder en de tunnelboor zit inmiddels een aardig eindje onder de grond. In het begin hebben we bewust in een iets lager tempo gewerkt. Zo konden we de medewerkers trainen en rustig kennis laten maken met hoe alles werkt.”

Waar bestond die training uit?

“Samengevat: uit informatie over de tunnel en de logistiek en daarnaast over de veiligheid. Een tunnel is een ander soort werkplek dan een gewone bouwplaats. Er gelden andere regels. Het is belangrijk dat alle medewerkers weten welke persoonlijke beschermingsmiddelen ze moeten dragen, hoe het zit met de bedrijfshulpverlening, wat ze moeten doen in geval van calamiteiten, enzovoort. Verder hebben we ook grondig aandacht besteed aan de skills, de vaardigheden die de medewerkers nodig hebben voor hun specifieke taken.”

Hoe groot is het tunnelteam?

“Ons team telt zestig mensen, onderverdeeld in vier ploegen van vijftien man. We werken 24/7. Per shift zitten er acht tot tien collega’s op de tunnelboormachine, de rest houdt zich aan de grondzijde bezig met de logistiek en de scheidingsinstallatie.”

Er zitten dus diverse medewerkers urenlang onder de grond. Hoe doen zij dat met praktische zaken, zoals eten en naar het toilet gaan?

“Op de tunnelboormachine zitten diverse containers; eentje waar de piloot alle parameters in de gaten houdt en eentje waar gepauzeerd en gegeten kan worden. Dat gebeurt vooral wanneer de boor stilstaat voor dagelijks onderhoud. Er is ook een toiletcabine, en een rescue chamber waar mensen in geval van nood naar toe kunnen vluchten. Daar is extra zuurstof en voedsel aanwezig.”

Wat vind jij zelf het leukste aan dit project?

“Het is enorm groot, met allerlei verschillende onderdelen zoals fly-overs, bruggen, een tunnel en nog veel meer. Dat vind ik heel leerzaam. En het werken met zo’n grote tunnelboormachine is natuurlijk echt bijzonder. Ik zit ongeveer drie jaar op dit project. Gedurende die periode woon ik in Den Haag. Een geweldige stad, die mij de kans geeft om de Nederlandse cultuur goed te leren kennen.”

Waar kijk je nog naar uit?

“Eigenlijk vind ik alle fases van dit werk leuk, maar de afbouw lijkt mij extra interessant. Dan moet de weg in de tunnel worden aangelegd en zijn we bezig met de dwarsverbindingen, de aansluiting op de bestaande infrastructuur en diverse andere zaken. Dan zijn er ineens heel veel teams tegelijk bezig en wordt het gezellig druk in de tunnel.”