Wan­neer je straks de tun­nel inrijdt, is de over­gang van licht naar don­ker groot. Dit kan lei­den tot gevaar­lij­ke situ­a­ties. Daar­om hangt er bij de ingang van de tun­nel meer ver­lich­ting dan in het mid­den. Nor­maal komt dit licht alleen van LED-lam­pen, maar bij de Rijn­land­Rou­te gebrui­ken we ook de zon. Spe­ci­a­le len­zen boven­op de tun­nel van­gen het zon­licht op. Via een glas­ve­zel­net­werk gaat het licht ver­vol­gens naar de ingang van de tun­nel. Het mooie aan dit sys­teem is dat de ver­lich­ting fel­ler brandt als de zon fel­ler schijnt, waar­door de over­gang van licht naar don­ker pret­ti­ger en vei­li­ger is.