Een pri­meur in de tun­nel­we­reld: maar liefst drie jaar voor open­stel­ling zijn de tun­nel­tech­ni­sche instal­la­ties van de Rijn­land­Rou­te aan­ge­slo­ten op de ver­keers­cen­tra­le in Rhoon. Van­daag werd de ver­bin­ding gemaakt tus­sen de instal­la­ties op de test­lo­ca­tie in Eind­ho­ven en de ver­keers­cen­tra­le van waar­uit de Rijn­land­Rou­te straks daad­wer­ke­lijk wordt aan­ge­stuurd. Dit bete­kent dat bouw­com­bi­na­tie Comol5, samen met Rijks­wa­ter­staat, de leve­ran­ciers en de pro­vin­cie Zuid-Hol­land, alle instal­la­ties voor­af uit­voe­rig kan tes­ten. Hier­door kan de tun­nel in de Rijn­land­Rou­te na afron­ding van de bouw snel­ler in gebruik wor­den genomen.

Op de test­lo­ca­tie van Comol5 zijn in 24 modu­les 54 deel­in­stal­la­ties vol­le­dig opge­bouwd en met elkaar ver­bon­den. Het gaat om bij­voor­beeld de ver­lich­ting, camera’s, nood­te­le­foons en het brand­meld­sys­teem. Door deze instal­la­ties van tevo­ren modu­lair op te bou­wen, kun­nen kin­der­ziek­tes al op de test­lo­ca­tie eruit wor­den gehaald en dat scheelt later veel tijd. Als het civie­le werk voor de tun­nel straks klaar is, wor­den de modu­les geplaatst in de dienst­ge­bou­wen van de tun­nel en hoeft alleen de beka­be­ling nog te wor­den aan­ge­slo­ten. De test­werk­zaam­he­den in de tun­nel wor­den daar­mee aan­zien­lijk beperkt tot voor­na­me­lijk fysie­ke tes­ten, die ook daad­wer­ke­lijk pas in de tun­nel kun­nen plaatsvinden.