Op woens­dag 4 decem­ber vier­den de ruim hon­derd tun­nel­bou­wers van de Rijn­land­Rou­te en ande­re geno­dig­den de jaar­lijk­se gedenk­dag van de Hei­li­ge Bar­ba­ra. Zij is de bescherm­hei­li­ge van mijn­wer­kers en tun­nel­bou­wers. Twee pries­ters bespren­kel­den de tun­nel­boor­ma­chi­ne met wij­wa­ter en zegen­den het beeld­je van de Hei­li­ge Bar­ba­ra bij de tun­ne­l­in­gang met wie­rook en een gebed. Aan­ne­mer COMOL5 zorg­de daar­na met live­mu­ziek, braad­worst, kerst­bo­men en vuur­kor­ven voor een gezel­lig samenzijn.

De start­schacht van de tun­nel die tus­sen de A4 en A44 wordt aan­ge­legd, was aan de A4-zij­de omge­to­verd tot een sfeer­vol­le Kerst­lo­ca­tie. Tegen drie­ën ver­za­mel­den zich hier ruim hon­derd tun­nel­bou­wers, plus ver­te­gen­woor­di­gers van de Pro­vin­cie Zuid-Hol­land en aan­ne­mers­com­bi­na­tie COMOL5. Zij schaar­den zich rond de braad­worst­kraam en het podi­um, waar het beeld­je van de Hei­li­ge Bar­ba­ra was opgesteld.

Lan­ge traditie

Tho­mas Schu­bert, pro­ject­ma­na­ger voor de boor­tun­nel, sprak de aan­we­zi­gen als eer­ste toe. Voor wie het niet wist, leg­de hij uit waar de tra­di­tie van de Hei­li­ge Bar­ba­ra van­daan komt. “Zij leef­de aan het ein­de van de 3e eeuw, in Nico­me­dia (in het hui­di­ge Tur­kije – red.). Tegen de zin van haar rij­ke vader bekeer­de zij zich tot het toen nog nieu­we, chris­te­lij­ke geloof. Zij werd opge­slo­ten in een toren, maar wist te ont­snap­pen. Daar­na hield zij zich schuil in een onder­grond­se grot. Dat maak­te haar tot de bescherm­hei­li­ge van mijn­wer­kers en tunnelbouwers.”

Rick Pat­ti­peil­o­hy, pro­ject­di­rec­teur van COMOL5, voeg­de daar een kort woord­je aan toe. “We zijn hier alle­maal samen van­we­ge een tra­di­tie die gaat over de bescher­ming en de vei­lig­heid van onze men­sen. Het werk heb­ben we er even voor stil­ge­legd. Dat geeft aan hoe belang­rijk we dit vinden.”

De fami­lie Mauc

De aan­we­zig­heid van frè­re Jean-Jac­ques als één van de zegenen­de pries­ters was geen toe­val. Hij is de broer van Patrick Mauc en oom van diens zonen Dimi­tri, Gre­go­ry en Alexis. Zij wer­ken alle vier in het tun­nel­team van de Rijn­land­Rou­te. Vader Patrick (62) komt uit de mijn­bouw, en stap­te over naar de tun­nel­bouw toen de mij­nen in Frank­rijk slo­ten. Waar­om besloot hij onder­gronds te blij­ven wer­ken? “De men­ta­li­teit van de collega’s. Als je in de mijn of een tun­nel­schacht werkt, ben je echt samen aan iets bezig. Je hebt elkaar nodig. Om het werk gedaan te krij­gen, maar ook om elkaars vei­lig­heid te bewa­ken. Daar­door ont­staat een bij­zon­de­re kame­raad­schap. Ik hecht daar veel waar­de aan.”

Werk en privé

Zoon Dimi­tri (42) is inmid­dels ook al 21 jaar werk­zaam in de tun­nel­bouw. “Mijn vader werk­te mee aan de chun­nel, de tun­nel onder Het Kanaal tus­sen Frank­rijk en Enge­land. Als klein jon­ge­tje zag ik op tv het moment waar­op de tun­nel­de­len van­uit bei­de lan­den aan elkaar gekop­peld wer­den. Het feit dat mijn vader daar­aan had mee­ge­werkt … Dat besef en die bij­zon­de­re gebeur­te­nis heb­ben mij geïn­spi­reerd om ook voor dit werk te kiezen.”

De Maucs hou­den werk en pri­vé wel strikt geschei­den. “Soms heb­ben we tij­dens het werk met elkaar te maken en is er wel eens spra­ke van een pro­fes­si­o­neel menings­ver­schil. Maar als we boven­gronds zijn, heb­ben we het er niet meer over. Zo hou­den we het gezel­lig.” Hoe bij­zon­der is het eigen­lijk dat de vader en zijn drie zoons samen op het­zelf­de pro­ject zit­ten? “Het is voor het eerst”, aldus Dimi­tri. “Mijn vader zal toch bin­nen­kort wel eens met pen­si­oen gaan, dus het is voor ons heel bij­zon­der dat wij hier nu met zijn allen op de Rijn­land­Rou­te wer­ken. Ik ben blij dat het er nog van geko­men is!”