Eén van de meest opvallende struiken binnen de RijnlandRoute is de éénstijlige meidoorn, Crataegus Monogyna. De meidoorn kan uitgroeien tot een kleine boom van circa 5 tot 8 meter. Deze kleine boom of grote struik wordt veel in combinatie met andere bloeiende, bessendragende struiken aangeplant, zoals de sleedoorn, lijsterbes, vuilboom, kornoelje en vlier. Door veel soorten te combineren, zowel struiken als bomen, wordt ook de soortenrijkdom van dieren gestimuleerd die op deze struiken af komen.

Populair bij vogels en insecten

De meidoorn bloeit, zoals de naam al zegt vanaf mei tot eind juni. Hoewel dit door de klimaatverandering steeds meer naar voren schuift. Veel vogels en insecten hebben er plezier van. De witte bloemen zitten in het voorjaar vol met insecten als zweefvliegen en bijen. Veel vogels vinden de struik aantrekkelijk door de dichte takstructuur met doornen. Hierin kunnen ze veilig hun nest bouwen. In het najaar verschiet de meidoorn van kleur. Dan zitten de struiken vol met rode bessen die vogels als lijsters, merels en mezen graag eten. De bessen zijn ook voor ons eetbaar, bijvoorbeeld als jam of chutney.

Meidoorn als haagplant

De meidoorn wordt binnen de RijnlandRoute aangeplant als tussenlaag tussen de hoge bomen en de laag van grassen en kruiden langs de beplantingsstroken. De meidoorn is ook geschikt als haagplant. Vroeger werden veel meidoornhagen aangeplant als veekering, voor het hakhout en voor de bessen, vooral in het rivierengebied. Om de hagen nog ondoordringbaarder te maken, werden de struiken in elkaar gevlochten. Veel meidoornhagen zijn verdwenen en vervangen door prikkeldraad, omdat de hagen te bewerkelijk waren. Langs de RijnlandRoute gebruiken we de meidoorn ook als afscherming, bijvoorbeeld bij de verdiepte ligging van de N434. Hier planten we – daar waar scheiding tussen wandelpad en weiland niet lukt met sloten – een meidoornhaag aan gemengd met hondsroos.

Een poster met alle tekeningen kun je hier downloaden.