De hazelaar (corylus avellana) kwam al voor in de eerste bossen die hier ontstonden na de laatste ijstijd. Het is een forse struik, vaak meerstammig, tot 6 meter hoog. Van nature groeit de hazelaar vooral langs bosranden. Hij is altijd al populair geweest voor gebruik van hakhout, voor vlechtwanden, maar ook voor hengels, hoepels, bezemstelen, wandelstokken en natuurlijk de noten. En niet alleen in Nutella.

Sterke groeier

Langs de RijnlandRoute kom je de hazelaar bijna overal tegen als deel van het bosplantsoen of in struikgroepen. Omdat de hazelaar een sterke, snelle groeier is, concurreert hij al snel met andere planten. Daarom wordt hij meestal in een laag percentage aangeplant, zo’n 5% van het struikenassortiment. Omdat de hazelaar bijna overal is toegepast langs de RijnlandRoute, zijn er dat bij elkaar toch aardig wat; 740 stuks alleen al langs de A44. Daarnaast staan ze in de bosvakken langs de Rijksstraatweg in Wassenaar, langs de Tjalmaweg in Valkenburg, in recreatiegebied Vlietland en straks langs de Europaweg in Leiden.

Vroegbloeier

De hazelaar bloeit als allereerste van de inheemse struiken al in januari, met de gele katjes (de mannelijke bloem). Voor bijen is de hazelaar van belang als eerste voedselbron in het nieuwe jaar. De pollen worden dus ook verspreid door bijen, maar vooral ook door de wind. De vrouwelijke bloemetjes komen wat later en zijn te herkennen aan kleine rode pluimpjes (de stampers). De vrouwelijke bloem wordt na bevruchting de hazelnoot. De hazelnoten zijn niet alleen bij ons geliefd, maar ook bij veel vogels en zoogdieren. Pas na de bloei vormt de struik bladeren. De bladeren zijn eirond en licht behaard.

Leuke weetjes

In de middeleeuwen was de hazelaar één van de boomsoorten die niet gekapt mocht worden. Dit gold ook voor de appelboom, om zijn schoonheid, en de eik, om zijn kracht. De hazelaar werd wijsheid toegedicht. Wilde je een wichelroede of toverstaf maken, dan deed je dat van hazelaartakken. De Latijnse naam Corylus komt van korus, wat ‘helm’ in het Grieks betekent. Dit verwijst naar het vruchthuis om de hazelnoot, dat op een helm lijkt. Avellana, het tweede deel van de Latijnse naam, verwijst naar Avella, een stad bij Napels. Hier was in de Romeinse tijd een bloeiende handel in hazelnoten.

Een poster met alle tekeningen kun je hier downloaden.