Bij een snel­weg denk je al snel aan een bar­ri­è­re voor die­ren. Toch kan de snel­weg­om­ge­ving ver­ras­send rijk aan fau­na zijn. Ber­men, taluds en water­gan­gen zijn leef­ge­bied voor aller­lei klei­ne beest­jes. Bestui­ven­de insec­ten bij­voor­beeld die we hard nodig heb­ben. Daar­om wor­den alle ber­men en taluds van de A4, de N434, de Tjal­ma­weg en de Euro­pa­weg met bloem­rijk gras inge­zaaid. Ook wor­den veel bloei­en­de plan­ten, strui­ken en bomen toe­ge­past die aan­trek­ke­lijk zijn voor bij­en en ande­re bestui­vers, wat ook weer goed is voor insec­ten­eten­de vogels. De bos­stro­ken langs de snel­weg wor­den wei­nig bezocht door men­sen en huis­die­ren en zijn zo een geschik­te nest­lo­ca­tie voor vogels. Vleer­mui­zen gebrui­ken de bos­ran­den als vlieg­rou­te en foerageergebied.