Bij het realiseren van een nieuwe weg staat voorop dat deze straks veilig moet zijn voor alle weggebruikers. Omdat een aantal delen van de RijnlandRoute verdiept zijn aangelegd en de weg een tunnel bevat, zijn er strengere veiligheidseisen waaraan voldaan moet worden dan bij een gewone weg.
Landelijke tunnelstandaard
De Corbulotunnel (onderdeel van de N434) wordt ingericht volgens de landelijke tunnelstandaard van Rijkswaterstaat. In de Tunnelstandaard staan onder andere de standaardprocessen voor de aanleg van rijkstunnels en is vastgelegd hoe het beheer en de organisatie van tunnels geregeld is. Een belangrijk onderdeel van de Landelijke Tunnelstandaard zijn de specificaties van het Rijkswaterstaat-tunnelsysteem. Deze specificaties beschrijven de functionele eisen, processen, het ontwerp en de inrichting van rijkstunnels.
Tunneltechnische installaties
In de Corbulotunnel en de verdiepte ligging (N434) worden in totaal 54 verschillende technische installaties verwerkt, die samen zorgen voor een veilige tunnel en weg. Het gaat dan om bijvoorbeeld verlichting, ventilatoren, matrixborden en vluchtdeuren. Lees meer over deze installaties op de pagina Tunneltechnische installaties.
Dwarsverbindingen
Een tunnel is anders dan een gewone weg. Er gebeuren niet meer of minder ongelukken dan op een weg die op maaiveldniveau ligt, maar als er iets gebeurt, kunnen de gevolgen wel groter zijn. Daarom zijn er vanuit de tunnelwetgeving strenge eisen gesteld aan de veiligheid van een tunnel. Eén van die eisen is dat er voldoende en goede vluchtwegen zijn voor het geval er calamiteiten optreden. In de Corbulotunnel zijn om die reden om de 250 meter dwarsverbindingen tussen de 2 tunnelbuizen gemaakt, die als vluchtroute kunnen dienen van de ene naar de andere tunnelbuis.
Opleiden, trainen en oefenen
Hulpdiensten, zoals brandweer, ambulancemensen en politie, spelen een belangrijke rol in het realiseren en beheren van een veilige weg. Zij worden goed getraind in de hulpverlening bij incidenten in de tunnel en verdiepte ligging. Via welke routes moeten zij bijvoorbeeld naar de tunnel rijden? Welke procedures moeten ze volgen en met wie moeten ze contact opnemen? Ook de wegverkeersleiders en de tunnelbeheerorganisatie worden opgeleid en getraind. Zij leren hoe ze de tunnel en verdiepte ligging kunnen bewaken en bedienen. Dit traject verloopt voor een deel met digitale trainingsprogramma’s. Daarnaast oefenen ze ook ‘live’ in de verkeerscentrale.
..