Het col­le­ge van Gede­pu­teer­de Sta­ten (GS) van de pro­vin­cie Zuid-Hol­land omarmt de aan­be­ve­lin­gen uit het rap­port van de onder­zoeks­com­mis­sie Cor­bu­lo­tun­nel en waar­deert de sug­ges­ties die wor­den gedaan om haar ver­ant­woor­de­lijk­heid als publiek opdracht­ge­ver beter vorm te kun­nen geven. Dat staat in de brief aan Pro­vin­ci­a­le Sta­ten waar­in GS haar reac­tie geeft op onder­zoeks­rap­port ”Van drie­hoek naar ruit” dat op 15 sep­tem­ber ver­sche­nen is.

De boven­wet­te­lij­ke ambi­tie op het vlak van vei­lig­heid en arbeids­om­stan­dig­he­den waar­aan de pro­vin­cie zich gecom­mit­teerd heeft voor dit pro­ject zijn in de prak­tijk niet vol­doen­de con­creet gemaakt en daar­mee onvol­doen­de gere­a­li­seerd. Dit is een van de belang­rijk­ste con­clu­sies van de onder­zoeks­com­mis­sie, onder lei­ding van Chris van Dam, die onder­zoek deed naar de vei­lig­heid en arbeids­om­stan­dig­he­den bij de aan­leg van de Cor­bu­lo­tun­nel, onder­deel van de RijnlandRoute.

De aan­be­ve­lin­gen uit het onder­zoek bie­den ons hand­vat­ten om con­cre­te­re stap­pen te zet­ten als het gaat om het ver­an­ke­ren van vei­lig­heid in onze pro­jec­ten en orga­ni­sa­tie. Deze opdracht pak­ken wij op, samen met alle ande­re betrok­ke­nen. Niet alleen om ervan te leren, maar voor­al om het ook actief toe te pas­sen in onze hui­di­ge en toe­kom­sti­ge pro­jec­ten in Zuid-Hol­land en daar­bui­ten”, aldus gede­pu­teer­de Fre­de­rik Zevenbergen.

Geleer­de lessen

De pro­vin­cie gaat aan de slag met maat­re­ge­len om de invul­ling van het publiek opdracht­ge­ver­schap te ver­be­te­ren. Dat begint bij het aan­scher­pen van de kaders en het beter bewa­ken van de invul­ling ervan, door de pro­vin­cie zelf als door onze opdracht­ne­mers. Ook wordt onder­zocht hoe vei­lig­heid en arbeids­om­stan­dig­he­den beter ver­an­kerd kun­nen wor­den in de orga­ni­sa­tie­cul­tuur van de pro­vin­cie als geheel én bin­nen haar pro­ject­or­ga­ni­sa­ties in het bij­zon­der. In gesprek­ken met ande­re over­he­den en part­ners, zoals de bouw­bran­che, neemt de pro­vin­cie het voor­touw en vraagt nog meer aan­dacht voor een vei­li­ge bouw­plaats. Want de geleer­de les­sen zijn bre­der toe­pas­baar dan alleen het pro­ject Rijn­land­Rou­te en de pro­vin­cie Zuid-Holland.

Bouw­plaats

De pro­ject­or­ga­ni­sa­tie van de Rijn­land­Rou­te neemt de hand­schoen op en gaat zich nog meer inzet­ten om de vei­lig­heids­am­bi­tie te laten door­drin­gen in de gehe­le keten, in de hoof­den en har­ten van alle betrok­ke­nen, op ‘papier’ en op de bouw­plaats, gedu­ren­de de gehe­le loop­tijd van het pro­ject. Het pro­ject ziet het als ver­be­ter­punt om elkaar in alle lagen, van werk­vloer tot bestuur, scherp te hou­den en aan te spre­ken op alle aspec­ten van vei­lig­heid en arbeids­om­stan­dig­he­den. In de lopen­de en nieu­we con­trac­ten wordt het gesprek hier­over actief aan­ge­gaan met de con­tract­par­tij­en. Ook in de lang­lo­pen­de samen­wer­kings­over­een­kom­sten tus­sen de pro­vin­cie en Rijks­wa­ter­staat gaat de pro­vin­cie actief aan de slag met de voort­schrij­den­de inzich­ten. Bij het pro­ject N206 Euro­pa­weg, ook onder­deel van de Rijn­land­Rou­te, is vei­lig­heid al expli­ciet opge­no­men in de Samen­wer­kings­over­een­komst met de gemeen­te Leiden.