De provincie Zuid-Holland heeft er best wat voor over om de omgeving van de nieuwe RijnlandRoute zoveel mogelijk intact te laten. Zo wordt de A4 langs de Meerburger Watering ‘gewoon’ een stukje opgeschoven. Daarmee wordt de molen ‘Zelden van Passe’ gespaard. Dat heet: landschappelijke inpassing. Landschapsarchitect Sjoukje van Heesch geeft nog meer voorbeelden en legt uit waarom de provincie dit belangrijk vindt.

Het landschap van de RijnlandRoute kent veel bijzondere gebieden. Denk aan de open polders en het weidevogelgebied, maar ook aan de eeuwenoude patronen van veenwateringen en molens. Dat laatste wordt zelfs gezien als cultuurhistorisch kroonjuweel, weet Sjoukje.

De provincie Zuid-Holland wil graag rekening houden met dit kwetsbare landschap. Het is mooi en bijzonder, en de moeite waard om zoveel mogelijk te behouden. Daarom wordt de RijnlandRoute, waar nodig en waar mogelijk, in het landschap ingepast. Dat wil zeggen dat je zo min mogelijk van de weg merkt. Op die manier houden we ook meteen rekening met de omwonenden.

Kun je voorbeelden geven van hoe de RijnlandRoute in het landschap wordt ingepast?

Neem de tunnel en de aansluitende verdiepte ligging van de nieuwe N434 tussen de A44 en de A4. Eerst was het plan om de weg op deze plek twee meter verdiept aan te leggen. Aan weerszijden zouden dan aarde wallen komen, die twee meter boven het maaiveld zouden uitsteken. Maar dan ben je de open polder met het mooie uitzicht voor de bewoners kwijt. Daarom is voor de tunnel en de diepere ligging gekozen. Ook wilden we dat de Veenwatering en het zicht tussen de molens bewaard zouden blijven. Daarvoor is het nodig om een aquaduct te bouwen en daar de weg onderdoor aan te leggen, op zeven meter diepte. Het is veel extra werk, maar de moeite waard. Een ander voorbeeld zie je bij de A44 bij Wassenaar. De weg ligt daar op een strandwal, die door de landgoederenzone van Wassenaar loopt. De groene hagen die je daar in de bestaande situatie al ziet, zetten we door op de middenberm en aan de zijkanten van de verbrede A44. Langs de wijk Stevenshof staan veel hoge geluidsschermen. Die worden aan het zicht onttrokken, doordat we dit deel van de RijnlandRoute groen inpakken met vier meter hoge hagen.

En hoe zit het nou met de molen ‘Zelden van Passe’?

Bij het eerste ontwerp zou deze molen middenin de lus van een afrit van de nieuwe weg komen te liggen. Dat verdiende niet echt de schoonheidsprijs. We hebben toen gekeken naar andere oplossingen, zoals het verplaatsen van de molen. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed was daar geen voorstander van omdat het geen recht doet aan de historie van de molen. Bovendien zou dat gevolgen hebben voor de functie van de ‘Zelden van Passe’: het oppompen van polderwater tot het niveau van de Meerburger Watering. Uiteindelijk bleek het opschuiven van de A4 de gemakkelijkste en goedkoopste manier om de molen op zijn bestaande plek te redden. Dus dat is het geworden.

Wat vind jij ervan dat de provincie dit doet?

Het is nooit echt leuk voor bewoners als er dichtbij hun woonomgeving een nieuwe snelweg komt. Maar het is nodig om de regio bereikbaar te houden. Als je dan tegelijkertijd echt moeite doet om rekening te houden met het landschap en de omwonenden, ben je denk ik goed bezig. Ik heb in ieder geval het gevoel dat we echt ons best doen. Er komt iets nieuws, maar er blijft ook veel behouden.

Hoe gaan al die landschappelijke inpassingen er straks allemaal precies uitzien?

Dat is moeilijk om in woorden uit te leggen. Daarom hebben we er mooie visualisaties van laten maken. Iedereen kan die bekijken via de pagina flora.”

Wat is jouw eigen verwachting?

De RijnlandRoute vormt een ingewikkelde operatie, die bestaat uit verschillende deelprojecten. Maar ik hoop en verwacht dat het als geheel een logisch onderdeel wordt van de omgeving, dat zich mooi voegt in het landschap. Het zou fijn zijn als de omwonenden en gebruikers van de weg straks zeggen: hij ligt er goed in.

Kijk hieronder naar het deel van de RijnlandRoute bij Omroep West waarin Sjoukje over haar werk vertelt.