Als je een kleuter vraagt een boom te tekenen, dan krijg je een tekening die het meest lijkt op de beuk. Geen andere Europese boom is zo indrukwekkend. Beuken kunnen tot 40 meter hoog worden. Ook de breedte van de kroon draagt bij aan de majestueuze indruk. Als de boom solitair groeit, is een kroondoorsnede tot 40 meter geen zeldzaamheid. Beuken zijn dan ook geliefd als parkboom of als statige laan naar een landgoed. De beuk vind je op verschillende plekken langs de RijnlandRoute terug.
Beuk in bosplantsoen
In de Zuid-Hollandse polder hoort de beuk eigenlijk niet thuis, omdat hij een goed doorwortelbare bodem nodig heeft en geen hoge waterstanden verdraagt. Daarom wordt de beuk alleen op specifieke plekken aangeplant langs de RijnlandRoute. Bijvoorbeeld op een perceel met eiken-beukenbos langs de Rijksstraatweg in Wassenaar. Deze strook ligt op de rand van de hogere, oude strandwal. Hier zijn 225 kleine beuken als ‘spil’ aangeplant. Dit bos is onderdeel van de ecologische verbinding tussen duinen en landgoederengebied. Ook langs de A44 zijn in totaal ongeveer 60 beuken aangeplant. Deels zelfs in een grote maat, om het hoge geluidsscherm tussen de wijk Stevenshof en A44 af te schermen.
Bijzondere beuken
In de stad telt de schoonheid van een boom zwaarder dan in het buitengebied, waar een boom vooral een betekenis heeft voor natuur en landschap. De prachtige beuk is bij uitstek geschikt om in de stad een plek tot iets bijzonders te maken. Vandaar de aanplant van een viertal markante beuken in het groene midden van het toekomstige Lammenschansplein: Een bruine (of rode) beuk, de geelgroene ‘Zlatia’ cultivar, een oosterse en een varenbeuk, beide met opvallend blad. Met een beetje geluk worden deze bomen net zo indrukwekkend als de enorme rode beuk op begraafplaats Groenesteeg in Leiden. In totaal worden er 18 beuken op het Lammenschansplein aangeplant.
Klimaatverandering
Beukenbossen komen van oudsher voor in bijna heel Europa. De beuk is een climaxsoort, dat wil zeggen dat in een natuurlijk bos de beuk uiteindelijk de dominante boomsoort is. Toch is de beuk soms kwetsbaar. Beuken wortelen oppervlakkig en kunnen niet goed tegen een heel natte of heel droge bodem. Door de klimaatverandering wordt de kans hierop wel groter. Dat betekent niet dat we de beuk dan maar bij voorbaat moeten afschrijven. Bomen die met extreme omstandigheden groot worden, blijken robuuster te zijn. Ook investeren we in een optimale groeiplaats, waardoor de boom geholpen wordt om dorre tijden in de toekomst goed te doorstaan.