Richard Ver­gou­wen werkt bij de brand­weer en hij is in zijn werk betrok­ken bij de Rijn­land­Rou­te als par­tij in de Vei­lig­heids­re­gio Hol­lands Mid­den. In gesprek met hem vra­gen we wat hij dan doet voor de tunnel?

Richard: “Ik begin bij het begin: In mijn vei­lig­heids­re­gio berei­den poli­tie, brand­weer, gemeen­ten, Genees­kun­di­ge Hulp­ver­le­nings­or­ga­ni­sa­tie in de Regio (GHOR), water­schap­pen en pro­vin­cie zich voor op risi­co’s, ram­pen en cri­ses. Dit doen wij door al heel vroeg mee te den­ken bij de aan­leg van woon­wij­ken en wegen. Voor de Rijn­land­Rou­te wer­ken we óók samen met de Vei­lig­heids­re­gio Haag­lan­den omdat de tun­nel en ver­diep­te lig­ging door twee veiligheidsregio’s lopen”.

En dan de RijnlandRoute?

Naast onze taak is er natuur­lijk het pro­ject zelf: de Rijn­land­Rou­te. Voor de tun­nel en ver­diep­te lig­ging is dit Comol5. In de prak­tijk bete­kent het dat we ons in de ver­schil­len­de fasen van het pro­ject altijd drie vra­gen stel­len ‘Ten eer­ste: wat kan ons als hulp­ver­le­ners en gebrui­kers van de rou­te en haar omge­ving bedrei­gen en hoe erg is dat’. De twee­de volgt daar dan uit: ‘Wat moe­ten we dan kun­nen’. De laat­ste is: ‘Wie doet dan wat en hoe orga­ni­se­ren we dat met elkaar’. De ant­woor­den op die vra­gen, het denk­werk, wer­ken we uit in plan­nen en pro­to­col­len”.

Dus zo zijn jul­lie ook bij de Rijn­land­Rou­te te werk gegaan?

Richard: “Ja dat klopt. In onze ter­men pra­ten we dan over ‘een nieuw risi­co-object’ dat er bij­komt in het ver­zor­gings­ge­bied. Als er een onge­val gebeurt, moet je dus goed voor­be­reid zijn. Daar den­ken en pra­ten we over met alle betrok­ke­nen en dat leg­gen we vast in plan­nen en pro­to­col­len. Het klinkt alle­maal papier­ach­tig, maar het is hart­stik­ke belang­rijk dat je vóóraf dit goed hebt gere­geld en afge­spro­ken”.

Niet onbe­lang­rijk dus: goed voor­be­reid zijn. En daarna?

Dan gaan we ver­der: Als de plan­nen zijn gemaakt, gaan we oefe­nen en inci­den­ten naboot­sen. Zodat we weten wat we moe­ten doen als het nodig is. En we blij­ven trou­wens oefe­nen als de tun­nel klaar is. Want jul­lie zijn dan wel klaar met het bou­wen, voor ons als hulp­dien­sten moe­ten we ook als de Rijn­land­Rou­te in gebruik is geno­men klaar staan om inci­den­ten te bestrij­den”.

En wordt er ook nog een brand­je geblust?

Richard: “Tja, ik geloof dat ik je moet teleur­stel­len. Met al dat denk­werk, het maken van de plan­nen, uit­wer­kin­gen en oefe­nin­gen hoop ik als brand­weer­man eigen­lijk altijd één ding: hope­lijk gebeurt er nooit iets ern­stigs, want we blus­sen lie­ver geen brand­jes.

Foto: Edwin Weers