8. Zicht op Dienstgebouw Oost

Zicht op Dienst­ge­bouw Oost na 1 jaar
Bloemrijk grasland Bloeiende oeverplanten Bos rond het dienstgebouw

Bloem­rijk grasland

Over­al langs de ver­diep­te lig­ging van de N434 wor­den de ber­men en taluds met bloem­rijk krui­den­meng­sel inge­zaaid. Het bestaat uit een mix van soor­ten die inheems zijn. Zo vor­men ze een waar­de­vol­le voed­sel­bron voor vlin­ders, bij­en en ande­re insecten.

Bloei­en­de oeverplanten

Op de flau­we oever ont­wik­ke­len zich diver­se oever­plan­ten. De beplan­ting vormt niet alleen een miti­ga­tie­rou­te voor klei­ne zoog­die­ren en amfi­bie­ën, maar is ook aan­trek­ke­lijk voor vogels, bij­en, vlin­ders en ande­re insecten.

Bos rond het dienstgebouw

De beplan­ting rond het dienst­ge­bouw bestaat uit veel inheem­se boom­soor­ten voor meer bio­di­ver­si­teit. Ook de strui­ken vor­men een diver­se mix van soor­ten die voor insec­ten en vogels aan­trek­ke­lijk zijn van­we­ge de bloe­sem en bessen.

Zicht op Dienst­ge­bouw Oost na 10 jaar
Bloemrijk grasland Bloeiende oeverplanten Bos rond het dienstgebouw

Bloem­rijk grasland

Over­al langs de ver­diep­te lig­ging van de N434 wor­den de ber­men en taluds met bloem­rijk krui­den­meng­sel inge­zaaid. Het bestaat uit een mix van soor­ten die inheems zijn. Zo vor­men ze een waar­de­vol­le voed­sel­bron voor vlin­ders, bij­en en ande­re insecten.

Bloei­en­de oeverplanten

Op de flau­we oever ont­wik­ke­len zich diver­se oever­plan­ten. De beplan­ting vormt niet alleen een miti­ga­tie­rou­te voor klei­ne zoog­die­ren en amfi­bie­ën, maar is ook aan­trek­ke­lijk voor vogels, bij­en, vlin­ders en ande­re insecten.

Bos rond het dienstgebouw

De beplan­ting rond het dienst­ge­bouw bestaat uit veel inheem­se boom­soor­ten voor meer bio­di­ver­si­teit. Ook de strui­ken vor­men een diver­se mix van soor­ten die voor insec­ten en vogels aan­trek­ke­lijk zijn van­we­ge de bloe­sem en bessen.

Zicht op Dienst­ge­bouw Oost na 20 jaar
Bloemrijk grasland Bloeiende oeverplanten Bos rond het dienstgebouw

Bloem­rijk grasland

Over­al langs de ver­diep­te lig­ging van de N434 wor­den de ber­men en taluds met bloem­rijk krui­den­meng­sel inge­zaaid. Het bestaat uit een mix van soor­ten die inheems zijn. Zo vor­men ze een waar­de­vol­le voed­sel­bron voor vlin­ders, bij­en en ande­re insecten.

Bloei­en­de oeverplanten

Op de flau­we oever ont­wik­ke­len zich diver­se oever­plan­ten. De beplan­ting vormt niet alleen een miti­ga­tie­rou­te voor klei­ne zoog­die­ren en amfi­bie­ën, maar is ook aan­trek­ke­lijk voor vogels, bij­en, vlin­ders en ande­re insecten.

Bos rond het dienstgebouw

De beplan­ting rond het dienst­ge­bouw bestaat uit veel inheem­se boom­soor­ten voor meer bio­di­ver­si­teit. Ook de strui­ken vor­men een diver­se mix van soor­ten die voor insec­ten en vogels aan­trek­ke­lijk zijn van­we­ge de bloe­sem en bessen.

Dienstgebouw Oost is het ‘hoofd’ dienstgebouw. Het schuine dak van het dienstgebouw bestaat uit zonnepanelen. Het dienstterrein wordt aan drie zijden, richting Vlietweg, ingeplant met een brede boomsingel. Voor het gebouw loopt een ecologische verbindingszone, onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland. Dit is een brede watergang met een natuurvriendelijke oever.

De bomen die worden aangeplant zijn grauwe els, haagbeuk, grove den, esdoorn, beuk, zwarte els en schietwilg. De struiken zijn lijsterbes, kornoelje, sleedoorn, meidoorn, vuilboom, vlier en taxus. Ook worden er ‘boomvormers’ aangeplant. Dat zijn planten die in een struikvorm worden aangeplant, maar kunnen doorgroeien tot bomen als ze voldoende tijd en ruimte krijgen. Dit zijn de hazelaar, veldesdoorn, zwarte els, zachte berk, wintereik en es.