De Rijn­land­Rou­te wil dat de geluids­scher­men die langs de A44 komen niet alleen geluids­ab­sor­be­rend zijn, maar ook wor­den gemaakt van onder­houds­ar­me, duur­za­me mate­ri­a­len die niet zicht­baar en zelfs ‘mooi’ ver­ou­de­ren. Daar­voor zijn we uit­ein­de­lijk bij Dur­i­sol uit Raal­te terechtgekomen.

Gert-Jan Nietsch, com­mer­ci­eel direc­teur bij Dur­i­sol ver­telt er met trots over: “Wij maken geluids­scher­men, geluids­te­gels en tun­nel­ele­men­ten waar­in hout­ve­zel­be­ton is ver­werkt. De belang­rijk­ste eigen­schap van hout­ve­zel­be­ton is dat het geluid goed wordt geab­sor­beerd. Het effect is dat het weg­ge­luid wordt weg­ge­no­men en niet meer wordt weer­kaatst. Het wordt op de A44 dus hoor­baar stil­ler”, zegt hij met een kwinkslag.

Ook duur­zaam

Hout­ve­zel­be­ton is een natuur­lijk pro­duct. Het wordt gemaakt van schoon rest­hout (vuren) van de hout­ver­wer­ken­de indu­strie. En het zaag­sel dat vrij­komt in het pro­duc­tie­pro­ces, levert Dur­i­sol weer door aan de fou­ra­ge­han­del waar het als­nog een func­tie heeft. Nietsch: “Ons pro­duc­tie­pro­ces is mili­eu­vrien­de­lijk en door het lage gewicht van onze geluids­scher­men kun­nen we ze een­vou­dig en snel neer­zet­ten. De scher­men begroei­en ook pri­ma omdat het natuur­lijk mate­ri­aal is, en ze gaan daar­door ook mooi op in het land­schap. Daar­naast zijn ze demon­ta­bel, en kun­nen ze even­tu­eel op ande­re loca­ties weer gebruikt wor­den. Deze vor­men van duur­zaam­heid slui­ten pri­ma aan bij de aan­pak en wen­sen van aan­ne­mer Comol5 en de Rijn­land­Rou­te.

Voor­uit gepro­du­ceerd maatwerk

Voor alle pro­jec­ten kun­nen de ele­men­ten naar eigen ont­werp gemaakt wor­den. Nietsch licht toe: “Dit bete­kent dat we voor de Rijn­land­Rou­te met de wen­sen van omwo­nen­den én de archi­tect van het pro­ject reke­ning kun­nen hou­den. Bij de A44 vari­eert de maat­voe­ring; er zijn ele­men­ten van 4 meter breed­te en met hoog­tes tus­sen de 1 meter en 3 meter. Ele­men­ten van 2 meter breed­te fun­ge­ren als eind­stuk­ken.

Alle ele­men­ten zijn al voor­af gepro­du­ceerd. “Zo kun­nen we snel en effi­ci­ënt op afroep leve­ren”, legt Nietsch uit. “De plaat­sing doen we in fases. We wach­ten niet met het plaat­sen van de geluids­scher­men tot het aller­laat­ste moment, maar we laten het met­een mee­lo­pen in de voort­gang van de werk­zaam­he­den. Op die manier wordt het geluid met­een al afge­schermd van de bouw­werk­zaam­he­den. En geeft het dus ook ‘min­der hin­der’ voor de omwo­nen­den, ook een taak die de Rijn­land­Rou­te gere­a­li­seerd wil­de.

Bron: GWW arti­kel — Jan Mol