Al het groen dat voor de aanleg van de RijnlandRoute moet wijken, wordt gecompenseerd door het terugplanten van bomen en gewassen. Maar de provincie gaat verder dan dat. Het zorgt ervoor dat de nieuwe situatie meteen ook een verbetering wordt voor mens, dier en landschap. Landschapsarchitect Sjoukje van Heesch legt het uit.

Groen moet je doen. De provincie Zuid-Holland mag dat bij een project als de RijnlandRoute letterlijk nemen. Er geldt namelijk een wettelijke plicht om de impact van nieuwe infrastructuur op flora en fauna te compenseren. In het geval van de RijnlandRoute maakt de provincie van de gelegenheid gebruik om ook een verbeterslag te maken. Daarmee behaal je voordelen op drie gebieden, weet Sjoukje.

Groen is belangrijk voor het landschap. We hebben nu de kans om inheemse bomen terug te planten, die in het gebied thuishoren. Waar mogelijk houden we bij de beplantingskeuze ook rekening met klimaatverandering, zoals lange periodes van droogte. Groen is belangrijk voor de natuurbeleving van de mensen. Door het nu goed in te richten, houden we de recreatieve waarde in stand van de groene gebieden dichtbij de stad. Tot slot kunnen we veel voor de dieren doen, onder meer door de verschillende natuurlijke leefgebieden op elkaar te laten aansluiten.

Kun je een voorbeeld geven van wat jullie doen met betrekking tot bomen?

We planten bomen aan in gebieden waar ze ook echt thuishoren. Dus in de polders rondom de RijnlandRoute komen andere bomen dan in de landgoederenzone van Wassenaar. Elzen en wilgen in de polders en zomereiken en beuken bij Wassenaar. Op plekken waar het lastig is om grote bomen water te geven in periodes met weinig neerslag, kiezen we voor kleinere bomen. Die hebben immers minder water nodig. Op deze manier houden we rekening met de toenemende droogte. Een deel van deze plannen hebben we opgesteld in overleg met omwonenden en de Bomenbond.

Hoe gaan de dieren profiteren van het nieuwe groen?

Bijvoorbeeld door de aanplant van bloesemdragend groen. Dat zal zorgen voor een toename van bijen en andere bestuivende insecten. Die vormen op hun beurt weer voedsel voor vogels, die ook nog profiteren van de aanplant van groen met besjes. Andere dieren helpen we door ecologische verbindingen in stand te houden of te verbeteren. Zo komt er een faunapassage onder de A44, met een ecoduct over de afrit. Door deze 15 meter brede doorgang kunnen kleine zoogdieren, zoals konijnen en marters, en ook amfibieën zoals rugstreeppadden zich verplaatsen. Maar je wil natuurlijk niet dat dit een route is van niets naar nergens. Daarom werken we samen met andere partijen, zodat er een echte migratieroute ontstaat tussen de leefgebieden van allerlei soorten dieren.

En voor mensen wordt het prettiger recreëren in het gebied van de RijnlandRoute?

Dat is wel de bedoeling. Er komen bijvoorbeeld nieuwe fietsroutes. Een daarvan loopt tussen Leiden en Wassenaar, over het aquaduct heen. Je steekt dus langs het water de nieuwe N434 over, tussen de rietkragen door. Daarna neem je het pad parallel aan de faunapassage onder de A44 door, of het pad langs de A44 langs een nieuw stuk bos met eiken en beuken. Een mooi voorbeeld van een nieuwe route, waarop je langs veel groen fietst.

Wat doen jullie qua groen direct langs de RijnlandRoute?

De bermen langs de weg zaaien we niet in met het standaard bermgras, maar met bloemrijke kruiden. Dat is goed voor de wilde bijen en andere bestuivers. Langs de verdiepte ligging van de route wilden we een rietkraag aanplanten buitenom de tunnelbak. Maar dat gaan we nu toch anders doen, op verzoek van en in overleg met de bewoners van de wijk Stevenshof. Riet wordt immers behoorlijk hoog, en het leek hen niet prettig om daar tegenaan te kijken. Er komen nu verschillende bloeiende oeverplanten. Die hebben meer ecologische waarde en zijn ook nog eens interessant voor de bijen. En de bewoners behouden hun vrije uitzicht over de polder. Het mooie is dat hier dus alles samenkomt: landschap, mens en dier.

Om nu al te laten zien hoe de omgeving van de weg er straks uit ziet, hebben we een aantal beelden laten maken. Op een aantal plekken is het voor het uitzicht heel bepalend hoe oud de beplanting is. Daarom hebben we op die plekken meerdere visualisaties laten maken met beplanting kort na aanplant en in volgroeid stadium.