Voor de Rijn­land­Rou­te is in 2014 een pro­vin­ci­aal inpas­sings­plan (PIP) Rijn­land­Rou­te vast­ge­steld. In dit plan staat waar aan­pas­sin­gen aan de Euro­pa­weg, het Lam­men­schans­plein en aan­slui­ten­de wegen, fiets- en wan­del­pa­den plaats­vin­den. Door enke­le wij­zi­gin­gen in het ont­werp van de N206 Euro­pa­weg moet het PIP op een aan­tal pun­ten wor­den aan­ge­past. Dit gebeurt mid­dels een zoge­noem­de par­ti­ë­le her­zie­ning van het PIP. Op deze pagi­na staat meer infor­ma­tie over het PIP en het pro­ces voor de par­ti­ë­le herziening.

Pro­vin­ci­aal inpassingsplan

Een pro­vin­ci­aal inpas­sings­plan (PIP) is een bestem­mings­plan dat is opge­steld door de pro­vin­cie. In decem­ber 2014 heb­ben Pro­vin­ci­a­le Sta­ten het PIP Rijn­land­Rou­te vast­ge­steld. Dit PIP Rijn­land­Rou­te is in 2016 onher­roe­pe­lijk gewor­den. Het pro­ject N206 Euro­pa­weg is onder­deel van de Rijn­land­Rou­te en maakt ook deel uit van dit PIP. In deze toe­lich­ting staat meer infor­ma­tie over de ont­werp­wij­zi­gin­gen en de inhoud van het ontwerp-PIP.

Pro­ces par­ti­ë­le her­zie­ning PIP

Gede­pu­teer­de Sta­ten van Zuid-Hol­land heb­ben dins­dag 9 novem­ber 2021 de ont­werp­be­slui­ten voor de par­ti­ë­le her­zie­ning van het PIP Rijn­land­Rou­te vast­ge­steld. Hier­na lagen de ont­werp­be­slui­ten 6 weken ter inza­ge. In deze peri­o­de ont­ving de pro­vin­cie 13 ziens­wij­zen. Deze ziens­wij­zen zijn behan­deld en ver­werkt in een ‘Nota van Antwoord’.

De Nota van Ant­woord is samen met de ande­re docu­men­ten op dins­dag 5 juli 2022 vast­ge­steld door Gede­pu­teer­de Sta­ten. Ver­vol­gens heb­ben Pro­vin­ci­a­le Sta­ten (PS) op 12 okto­ber 2022 een defi­ni­tief besluit geno­men over de par­ti­ë­le her­zie­ning van het PIP.

Meer­de­re besluiten

Naast de par­ti­ë­le her­zie­ning van het PIP is er spra­ke van nog twee beslui­ten: het m.e.r. beoor­de­lings­be­sluit en het besluit hoge­re grenswaarden.

M.e.r. beoor­de­lings­be­sluit

M.e.r. staat voor mili­eu­ef­fect­rap­por­ta­ge, een onder­zoek dat de effec­ten van een plan of pro­ject op het mili­eu in beeld brengt. Voor het PIP Rijn­land­Rou­te (2014) is des­tijds een m.e.r. opge­steld. Voor de par­ti­ë­le her­zie­ning is geen nieu­we m.e.r. nodig, maar wel een m.e.r. beoor­de­ling. Dit is een toets om te bepa­len of er door de rea­li­sa­tie van het pro­ject moge­lij­ke belang­rij­ke nade­li­ge mili­eu­ge­vol­gen kun­nen optre­den. Aan­ge­zien er uit het onder­lig­gend onder­zoek blijkt dat er geen belang­rij­ke nade­li­ge gevol­gen voor het mili­eu te ver­wach­ten zijn, is er beslo­ten dat er geen mili­eu­ef­fect­rap­port hoeft te wor­den opge­steld. Het m.e.r.-beoordelingsbesluit is op 31 augus­tus 2021 door Gede­pu­teer­de Sta­ten van Zuid-Hol­land vastgesteld.

Besluit hoge­re grenswaarden

Een onder­deel van een PIP is een akoes­tisch onder­zoek (geluids­on­der­zoek). Naar aan­lei­ding van het akoes­tisch onder­zoek voor het PIP Rijn­land­Rou­te (2014) bleek des­tijds dat bij een aan­tal wonin­gen de toe­ge­sta­ne grens­waar­den zou wor­den over­schre­den. Voor deze wonin­gen is toen een hoge­re grens­waar­de aan­ge­vraagd, dit betrof ook wonin­gen in het pro­ject­ge­bied van de N206 Europaweg.

Voor het aan­ge­pas­te ont­werp van de Euro­pa­weg en het Lam­men­schans­plein is er opnieuw akoes­tisch onder­zoek uit­ge­voerd. Op basis van dit onder­zoek moe­ten hoge­re grens­waar­den wor­den vast­ge­steld. Het Besluit hoge­re grens­waar­den is op 5 juli 2022 door Gede­pu­teer­de Sta­ten van Zuid-Hol­land vast­ge­steld. Eige­na­ren van wonin­gen waar­voor een hoge­re grens­waar­de wordt vast­ge­steld wor­den hier apart over geïnformeerd.

Stand van zaken defi­ni­tie­ve besluiten

Naar aan­lei­ding van de vast­stel­ling van de par­ti­ë­le her­zie­ning van het PIP door Pro­vin­ci­a­le Sta­ten lagen de beslui­ten eind 2022 zes weken ter inzage.

Ver­volg

Als er tij­dens de terin­za­ge­leg­ging peri­o­de geen beroep wordt inge­diend bij de Raad van Sta­te dan zijn de beslui­ten hier­na onher­roe­pe­lijk. Indien er wel een beroep wordt inge­diend volgt er een pro­ce­du­re bij de Raad van State.