Floor Vermeulen, lid van het dagelijks bestuur van de provincie Zuid-Holland met Verkeer & Vervoer in portefeuille, is blij dat de aanleg van de RijnlandRoute inmiddels een eind op streek is. Zeker nu onlangs bekend werd dat Leiden de ‘file hotspot’ van Nederland is. “Gelukkig hebben we een kleine tien jaar geleden al met elkaar afgesproken om daar iets aan te doen”, aldus de gedeputeerde.

De bereikbaarheid van het gebied rondom Leiden en Katwijk vormt al jaren een probleem. Mede daarom is ‘Bereikbaar Zuid-Holland’ één van de centrale thema’s van het huidige provinciebestuur.

Hoe draagt de RijnlandRoute hieraan bij?

“Vastlopend verkeer kent twee oplossingen: verbetering van het OV en een betere doorstroming van het wegverkeer. De RijnlandRoute geeft invulling aan dat laatste. Het ontlast niet alleen Leiden en Katwijk, maar ook het gebied er omheen. Denk maar aan de 5.000 woningen die gepland staan op het terrein van voormalig vliegveld Valkenburg. Een ontwikkeling van dergelijke omvang heeft een goede infrastructuur nodig om bereikbaar te zijn en zal dus ook profiteren van de RijnlandRoute. Daarom betaalt het Rijk er fors aan mee. De economische waarde van de nieuwe verbindingen is groot. Het traject Noord-Zuid was met de A4 en A44 al goed geregeld. Nu wordt ook de Oost-West verbinding veel directer en sneller.”

Het is het grootste infra-project ooit voor Zuid-Holland. Doet dat iets met de provinciale organisatie?

“Een groot deel van de uitvoering ligt bij Rijkswaterstaat, maar er is wel een speciaal team vanuit de provincie dat er intensief bij betrokken is. Wij ervaren het als een bijzondere opgave. Aan de andere kant is het ook gewoon een project.”

De aanleg van de RijnlandRoute heeft nogal wat impact. Is het contact met de omgeving goed geregeld?

“Dat kan altijd beter. Als je een traject aanlegt van een miljard euro, is het onrealistisch om te denken dat het zonder problemen verloopt. Toen we begonnen met de aanbesteding, heb ik dat ook eerlijk gezegd. Nu we begonnen zijn, is het een kwestie van de overlast goed managen. De aannemerscombinatie met wie wij in zee zijn gegaan, heeft daar veel ervaring mee. Zij zorgen voor nauw contact met de omgeving en reageren zo snel mogelijk op vragen en klachten, waar nodig in overleg met ons. We doen ons uiterste best.”

Wat was voor jou persoonlijk het hoogtepunt van dit hele project tot nu toe?

“Dat in 2011 na vele jaren, zo niet decennia van discussie, de politiek zei: we gaan het doen. In 2014 gaf Provinciale Staten groen licht en in 2016 kwam ook het fiat van de Raad van State, na behandeling van bezwaren, aanpassingen en vaststelling van het inpassingsplan en het tracé-besluit. Door dat besluitvormings- en procedurele proces werd de RijnlandRoute uiteindelijk mogelijk. Daar werd ik echt blij van, en dat ben ik nog steeds.”

Waar kijk je nog naar uit?

“De boor van de nieuwe verkeerstunnel vanuit de A4 heeft net de A44 bereikt. Ik vind het spannend om te zien dat de boor straks gedemonteerd wordt, terugkeert naar de A4 en dan opnieuw de grond in gaat voor de tweede tunnelschacht.

Intensief was ook onze inzet voor de aanbesteding van de werkzaamheden rondom de N206 Ir. G. Tjalmaweg. 

Voor de Europaweg bij Leiden moet de aanbesteding nog beginnen. We zullen ons ervoor inspannen om ook dat allemaal zo goed mogelijk te regelen.”

Stel dat je geen bestuurder was, op welke manier zou je dan aan de RijnlandRoute willen bijdragen?

“Nou … ik denk dat een schoenmaker bij dit soort complexe projecten het beste bij zijn leest kan blijven. De RijnlandRoute zou er niet mee geholpen zijn als ik kaplaarzen en een overall aantrek en daadwerkelijk mee zou gaan bouwen. Ik kom geregeld op diverse bouwlocaties en ik ben erg onder de indruk van wat de betonvlechters, het tunnelboorteam, de wegenbouwers en al die andere specialisten daar aan het doen zijn. Zij kunnen absoluut iets wat ik niet kan!”.

Hoe zal het voelen om in 2023 over de nieuwe fly-over bij de A4 of door de tunnel onder Voorschoten heen te rijden?

“Ik hoop dat ik er dan trots op kan zijn. En dat hoop ik voor iedereen die eraan bijdraagt, inclusief mijn voorganger Ingrid de Bondt en alle anderen die zich er voor hebben ingespannen. De gebruikers van het wegennet in deze regio hebben er lang op moeten wachten. Misschien had de RijnlandRoute er eigenlijk al 40 jaar geleden moeten zijn. Maar dan was het wel een minder mooi traject geweest, dwars door Voorschoten heen in plaats van er keurig onderdoor. We hebben nu de kans er iets heel moois van te maken, en dat is precies wat wij met zijn allen nu en in de komende twee á drie jaar aan het doen zijn.”