De naam staat er op, 3.000 bezoe­kers lie­pen er al door­heen en de gro­te bouw­keet is afge­bro­ken. De Cor­bu­lo­tun­nel lijkt klaar voor gebruik. Maar voor­dat de tun­nel echt open kan, moet er nog heel veel gebeu­ren. De komen­de maan­den wor­den de punt­jes op de i gezet. De men­sen van de Rijn­land­Rou­te die daar­mee bezig zijn, ver­tel­len erover in een serie arti­ke­len. In deze eer­ste afle­ve­ring zoo­men we in op de civie­le afbouw van de tunnel.
..

Dieter van Staveren

Die­ter van Sta­ve­ren is pro­ject­co­ör­di­na­tor Civiel van­uit COMOL5, de inter­na­ti­o­na­le aan­ne­mers­com­bi­na­tie die de Cor­bu­lo­tun­nel en de N434 aanlegt.

Arjan van der Put

Arjan van der Put is namens de opdracht­ge­ver pro­vin­cie Zuid-Hol­land pro­ject­lei­der van de boor­tun­nel en de ver­diep­te ligging.

..

De civie­le afbouw omvat veel ver­schil­len­de werk­zaam­he­den. Kun­nen jul­lie enke­le voor­beel­den geven?

Arjan: “Om te begin­nen zijn er de rest­pun­ten. Tij­dens de bouw heb­ben waar­ne­mers al steeds geke­ken waar din­gen nog niet goed waren. Die heb­ben we met­een tij­dens de bouw aan­ge­pakt. Daar­door zijn er nu, in de afron­den­de fase, niet veel rest­pun­ten meer over. Het gaat alleen nog om zaken zoals het afdich­ten van lek­ka­ges en het afwer­ken van beton.

Die­ter: “Ver­der gaat het onder ande­re om het plaat­sen van vlucht­deu­ren. In de dwars­ver­bin­din­gen tus­sen de twee tun­nel­bui­zen leg­gen we ook nog roos­ter­vloe­ren. Het bij­zon­de­re is dat deze vloe­ren naald­hak­be­sten­dig zijn. Want ook men­sen die op naald­hak­ken lopen, moe­ten bij een cala­mi­teit via de dwars­ver­bin­ding gebruik kun­nen maken van de vlucht­rou­te. Ook plaat­sen we nog vang­rails.

Dit zijn alle­maal werk­zaam­he­den in de tun­nel. Wat gebeurt er nog bui­ten de tunnel?

Die­ter: “In de dienst­ge­bou­wen van de tun­nel plaat­sen we bin­nen­deu­ren. Het dienst­ge­bouw aan de west­zij­de krijgt ook nog gevel­be­kle­ding. Bij de aan­slui­ting bij de Toren­vliet­brug leg­gen we een laat­ste laag asfalt. Aan de oost­zij­de is de hoofd­bouw­keet recent ver­wij­derd. Daar rui­men we het asfalt en het meng­gra­nu­laat op. Daar­na bren­gen we een laag grond aan en zaai­en we gras in, en geven we het land weer terug aan de eige­naar.

Arjan: “Als je in de afron­den­de fase zit, beoor­deel je ook opnieuw de vei­lig­heid van alles wat we heb­ben aan­ge­legd. Dat leidt er onder ande­re toe dat we aan­vul­lend nog vei­lig­heids­hek­jes plaat­sen voor fiet­sers, bij het fiets­vi­a­duct bij knoop­punt Omme­dijk. Maar naast al het werk bui­ten, zijn we ook nog bezig met veel papier­werk om de ople­ve­ring goed af te ron­den. Dat gaat bij­voor­beeld om het ver­za­me­len van alle keu­rin­gen en ande­re rap­por­ten. Dat is nodig om bij de ople­ve­ring alles goed over te dra­gen aan de pro­vin­cie.

Jul­lie zijn al vele jaren betrok­ken bij dit pro­ject: Arjan sinds 2015 en Die­ter sinds 2020. Wat heeft op jul­lie het mees­te indruk gemaakt?

Die­ter: “Toen ik net begon, was de boor­ma­chi­ne vast­ge­lo­pen in de tun­nel­buis. Dus mijn eer­ste klus bestond uit het oplos­sen van dit seri­eu­ze pro­bleem. Dat is uit­ein­de­lijk gelukt met groot­scha­li­ge injec­tie­werk en met de bouw van een klein stuk­je nieu­we tun­nel aan de bin­nen­kant van de oude tun­nel.

Arjan: “Dat was qua plan­ning en begro­ting een diep­te­punt, maar tech­nisch gezien een hoogtepunt. 
In Neder­land was dit nog niet eer­der voor­ge­ko­men. Wij heb­ben hier­voor een unie­ke ont­wer­pop­los­sing gemaakt en uit­ge­voerd. De samen­wer­king tus­sen alle betrok­ke­nen om dat voor elkaar te krij­gen, was heel mooi. Een ander hoog­te­punt was voor mij het moment waar­op het boren van start ging. Daar ligt mijn hart. Elke vol­gen­de ring van de tun­nel was weer een avon­tuur, waar­bij we er geza­men­lijk voor zorg­den dat het steeds beter ging. De twee bui­zen tel­len in totaal 2.200 rin­gen; dat was een mooie, inten­sie­ve peri­o­de waar­in ik mijn pas­sie voor boor­tun­nels echt heb kun­nen uit­le­ven.

Dus de samen­wer­king tus­sen jul­lie ver­liep goed?

Die­ter: “Zeker. Ik houd van een samen­wer­king waar­bij je elkaar gewoon kunt zeg­gen waar het op staat. En dat was hier het geval. Daar­door is het moge­lijk om als opdracht­ge­ver en opdracht­ne­mer echt samen een werk te maken. Dat klinkt logisch, maar dat is helaas niet bij alle pro­jec­ten het geval.

Arjan: “Het is een kwes­tie van elkaar let­ter­lijk en figuur­lijk de ruim­te geven. Op die manier help je elkaar en voor­kom je onno­di­ge maat­schap­pe­lij­ke kos­ten. Natuur­lijk moe­ten de kwa­li­teit en de vei­lig­heid altijd in orde zijn. Daar zijn we dan ook steeds op blij­ven let­ten.

Het ein­de van dit lan­ge pro­ject nadert: wat gaan jul­lie nu doen?

Die­ter: “Ik ben naast de laat­ste lood­jes van de Cor­bu­lo­tun­nel al part time bezig met mijn vol­gen­de pro­ject. Dat is de ver­van­ging van de Van Brie­nen­oord­brug in Rot­ter­dam. Ook leuk, maar ik zal de samen­wer­king met Arjan mis­sen.

Arjan: “Ook ik ben naast de afron­den­de fase van de tun­nel en de ver­diep­te lig­ging al twee jaar bezig met een ander deel­pro­ject van de Rijn­land­Rou­te: de Euro­pa­weg. Daar ben ik tech­nisch mana­ger. Maar ook ik zal de samen­wer­king met Die­ter mis­sen. Als opdracht­ge­ven en opdracht­ne­mer zit je in zeke­re zin tegen­over elkaar, maar wij zaten naast elkaar en deden het werk met elkaar. Veel mooi­er kan het niet.