Bos­ka­lis start met de bouw van de rem­ming­wer­ken in de Oude Rijn voor de nieu­we Toren­vliet­brug. Deze rem­ming­wer­ken zijn de “gelei­de­rails van de vaar­weg”, ze bescher­men de pila­ren van de Toren­vliet­brug tegen het vaar­weg­ver­keer. Voor­dat de nieu­we rem­ming­wer­ken aan de zuid­zij­de van de brug wor­den gebouwd, halen ze de hui­di­ge palen­con­struc­tie weg. Alle werk­zaam­he­den wor­den van­af het water van de Oude Rijn uit­ge­voerd, met behulp van een heischip, een werk­schip en een pon­ton. Ook wor­den dui­kers inge­zet om de oude palen onder water door te branden. 

De werk­zaam­he­den star­ten op dins­dag 9 maart a.s. en duren tot eind april. Tij­dens de werk­zaam­he­den kan de vaar­weg maxi­maal 30 minu­ten gestremd wor­den, als het werk daar­om vraagt. Het weg­ver­keer op de Toren­vliet­brug kan onge­hin­derd doorrijden.

Oude rem­ming­wer­ken verwijderen

Bij het weg­ha­len van de oude rem­ming­wer­ken wor­den 12 palen ver­wij­derd. 3 palen kun­nen wor­den uit­ge­trild van­af het heischip. 9 palen wor­den door dui­kers onder water door­ge­brand en ver­vol­gens uit het water getild; dit is nodig omdat deze palen te dicht op de brug staan om vei­lig te kun­nen uit­tril­len. Het ver­wij­de­ren van de oude rem­ming­wer­ken duurt bij­na een week.

Nieu­we palenconstructie

Voor de nieu­we rem­ming­wer­ken wor­den in totaal 25 palen inge­trild. De groot­ste paal weegt bij­na 19 ton en is ruim 25 meter lang. De palen wor­den van­af het heischip inge­trild, bege­leid door het werk­schip. Na het intril­len van de palen wor­den de palen onder­ling beves­tigd en wordt de kop van de rem­ming­wer­ken gemon­teerd. Als laat­ste wor­den zoge­naam­de wrijf­gor­din­gen aan­ge­bracht, om te voor­ko­men dat sche­pen teveel bescha­digd raken als ze tegen het sta­len rem­ming­werk aan­ko­men. Anders­om zor­gen deze gor­din­gen er ook voor dat de sta­len delen van de rem­ming­wer­ken niet bescha­dig­den bij een lich­te aanvaring.

Heischip en werkschip

Alle werk­zaam­he­den wor­den van­af het water uit­ge­voerd. Er wordt gewerkt met een heischip (ook wel kraan­schip genoemd), een werk­schip en een pon­ton. Het heischip ligt bui­ten de vaar­geul, van­af dit schip wor­den de oude palen uit­ge­trild en de nieu­we palen inge­trild. Het werk­schip en pon­ton lig­gen in het mid­den van de vaar­geul om het werk te bege­lei­den, zij kun­nen wor­den ver­plaatst als dat nodig is. Van­af het werk­schip wor­den ook de rem­ming­wer­ken afgemonteerd.

Voor­aan het heischip (met de kraan erop) en daar­ach­ter het pon­ton, links de Torenvlietbrug

Voor­aan het pon­ton met daar­ach­ter het heischip, rechts de Torenvlietbrug

Plan­ning en hinder

Het weg­ha­len van de oude rem­ming­wer­ken start dins­dag 9 maart en duurt onge­veer een week. Van­af half maart wor­den de palen van de nieu­we rem­ming­wer­ken inge­trild en ver­vol­gens wor­den de rem­ming­wer­ken ver­der afge­mon­teerd. Het afwer­ken duurt tot eind april. Alle werk­zaam­he­den vin­den op werk­da­gen en over­dag plaats, tus­sen 07.00 – 16.30 uur. Het uit- en intril­len van de palen en slijp- en boor­werk­zaam­he­den kun­nen geluids­hin­der ver­oor­za­ken. Om te moni­to­ren dat de toe­ge­sta­ne nor­men niet wor­den over­schre­den, wor­den op twee loca­ties geluid- en tril­ling­me­ters aangebracht.

Opont­houd vaarwegverkeer

Voor de recre­a­tie­vaart en de beroeps­vaart geldt dat er tij­dens de werk­zaam­he­den een strem­ming van maxi­maal 30 minu­ten kan gel­den, als het werk daar­om vraagt. In over­leg met de ver­keers­cen­tra­le moe­ten sche­pen dan wach­ten. Ook kan het werk wor­den stil­ge­legd om sche­pen door te laten. Met bal­len­lij­nen in het water en bebor­ding langs de oever wordt het vaar­weg­ver­keer langs het werk geleid en over de werk­zaam­he­den geïnformeerd.
Het weg­ver­keer op de Toren­vliet­brug onder­vindt geen hin­der van het werk.