Gaia is inmiddels in de buurt van buitenplaats Berbice en de voormalige zilverfabriek. Hier wordt het boorproces heel nauwkeurig gemonitord, omdat er vroeger bij de productie van zilver gebruik werd gemaakt van schoonmaakmiddelen. En een deel daarvan is terecht gekomen in het grondwater bij de fabriek. Oppassen dus!

Niet alles zilver wat er blinkt

Het schoonmaakmiddel dat vroeger werd gebruikt heet perchloorethyleen. Deze stof verandert in het grondwater in de vluchtige stof vinylchloride (VOCL). Het verdampt onmiddellijk als het in aanraking komt met de buitenlucht.
Uit onderzoek blijkt dat VOCL geen invloed heeft op waterdichtheid en levensduur van de tunnelelementen. Hoe zit het dan tijdens de werkzaamheden?

Virginie Mialon van de afdeling Veiligheid en Gezondheid bij Comol5: “Omdat bij het boren het grondwater in principe niet in de boor terecht komt, is er een hele kleine kans dat het middel in het grondmengsel terecht komt dat wordt afgevoerd naar de scheidingsinstallatie. Om tijdens het werk voor de veiligheid van de medewerkers en de omgeving tóch op alle mogelijke situaties goed voorbereid te zijn hebben we een veiligheidsplan opgesteld.”

Tunnel boren Leiden - Virginie

Virginie Mialon

Veiligheid voorop

Het boorteam heeft vooraf een uitgebreide instructie gekregen. Virginie: “Daarnaast is er nu dag en nacht een meetexpert aanwezig die de mogelijke concentratie van de VOCL voortdurend in de gaten houdt; zowel bij de tunnelboormachine als in de scheidingsinstallatie. Tot nu toe hebben we gelukkig geen problemen ondervonden.”

Alle meetgegevens tijdens het boorproces van de eerste tunnelbuis worden nauwkeurig in kaart gebracht. Die worden gebruikt in een nieuw veiligheidsplan voor het boren van de tweede tunnelbuis en voor het uitgraven van de dwarsverbindingen. Virginie: “Veiligheid voorop dus.”

Over de zilverfabriek

De zilverfabriek vestigde zich in 1858 in Voorschoten. Het bedrijf was al eerder opgericht, in 1789 in Utrecht, en kon op die plaats niet uitbreiden. Voorschoten werd de nieuwe locatie voor Koninklijke Van Kempen en Begeer, “vlak bij de afzetmarkt”. Het bedrijf maakte zilveren serviezen, bestek en kunstvoorwerpen. In 1985 verliet de Van Kempen en Begeer het monumentale gebouw in Voorschoten en verhuisde naar Zoetermeer. In het museum van Voorschoten was een tentoonstelling over de zilverfabriek: http://website.museumvoorschoten.nl.

Buitenplaats Berbice

De eigenaar van Berbice kocht de buitenplaats in 1857 om naast zijn werk, de zilverfabriek te kunnen wonen. Meerdere generaties Van Kempen hebben het huis bewoond. De laatste bewoner, kunsthistorica Rudolpha Begeer, lokaal bekend als “mejuffrouw Begeer”, stierf in 2009 en ligt begraven aan het eind van de rozentuin van Berbice. Zij koos voor deze laatste rustplaats om ervoor te zorgen dat de grafrechten zouden verhinderen dat de verlengde Rijksweg 11 (de RijnlandRoute) over de grafrechtenplaats zou lopen. Meer achtergronden op www.buitenplaatsberbice.nl.